Landcruiser Zuidelijk Afrika deel 1

Zuid Afrika Lesotho Swaziland Mozambique Zimbabwe Botswana Namibië

21.11.2016 - 22.03.2017

http://www.roadtrip2adventure.com/fotos/2016-2017-southern-africa-2/

Zuidelijk Afrika...Here we go!

Na ons prachtige avontuur in Marokko werd het tijd voor ons Landcruiser Zuidelijk Afrika deel 1 avontuur. Het echte Afrikaanse avontuur. Tijdens onze reis in Marokko hebben we onze Landcruiser uiteraard goed getest en daardoor wisten we dat we nog een paar dingen aan wilden passen voor onze grote reis. Dit hebben we dan ook de laatste twee maanden voor de reis gedaan. We wilden 2 nieuwe accu's plaatsen met zonnepanelen, omdat we gemerkt hadden dat we niet genoeg stroom hadden voor o.a de koelkast. Na het installeren van de 2 nieuwe accu's en de flexibele zonnepanelen zouden we een paar dagen moeten kunnen blijven staan, zonder dat we zouden moeten rijden om de accu's op te laden.

2 Accu's nemen natuurlijk meer ruimte in, dus we moesten ook de ingebouwde kasten aanpassen. Nu was de Landcruiser helemaal klaar voor een lange reis.

Route plannen

Naast het klaar maken van de Landcruiser moesten we ook een beetje onze route gaan plannen. Niet van dag tot dag, maar er leiden meer wegen naar Rome, dus ook naar Zuid-Afrika. We wilden heel graag van huis weg rijden en zoveel mogelijk over land richting het zuiden gaan. Vanaf Spanje kan dit via de West kust van Afrika of via de Oost kust van Afrika. De West kust trok ons niet, omdat we maar 4 á 5 maanden zouden om naar Zuid- Afrika te rijden. Via de West kust krijg je te maken met heel veel verschillende grensovergangen en moeilijk verkrijgbare visa. Als je tijd genoeg hebt is dat een minder groot probleem.

We hadden dan ook snel besloten om via de Oost kust te gaan. Vanaf huis zouden we dan naar Griekenland rijden, daar zouden we de Landcruiser met een RORO (Roll On Roll Off ferry) naar Egypte laten gaan en zelf er achteraan vliegen. Vanuit Egypte zouden we via Zuid- Sudan en Ethiopië naar Kenia rijden. Helaas begon vlak voordat we zouden gaan rijden de situatie in Ethiopië een beetje te rommelen.

Problemen in Ethiopië

In Ethiopië kwamen al weken lang verschillende bevolkingsgroepen in opstand tegen de regering. Hierdoor werden ook o.a. de grote internationale bedrijven, zoals de Nederlandse bloemenkwekerijen de dupe. Een paar dagen voor ons vertrek werd de noodstand in Ethiopië afgekondigd. De situatie in Ethiopië verergerde zich met de dag en ze spraken al over roadblocks etc. Omdat we daar pas 2 maanden na ons vertrek uit Spanje aan zouden komen wisten we niet hoe de situatie tegen die tijd zou zijn. Als we op dat moment niet via Ethiopië zouden kunnen rijden, dan was er geen alternatieve route meer. Noord-Sudan was geen optie.

Om deze reden hebben we uiteindelijk besloten om onze route om te draaien. We gingen onze Landcruiser verschepen naar Zuid-Afrika en langzaam omhoog rijden. Tegen de tijd dat de zomer weer zou beginnen zouden we de Landcruiser ergens parkeren om een paar maanden naar huis te gaan. Na de zomer konden we dan de reis weer voortzetten richting huis.

Verscheping Landcruiser

We moesten dus in één keer op zoek naar een rederij, die onze auto naar Zuid Afrika kon verschepen. Zowel in Spanje als in Nederland hebben we offertes aangevraagd. In Spanje wisten ze niet wat ze ermee aan moesten, want ze hadden nog nooit één enkele auto verscheept en al helemaal niet naar Afrika. Van een aantal rederijen in Nederland hadden we binnen 2 dagen antwoord. Op het antwoord van de rederijen in Spanje wachten we nog steeds. Een oude vriend van Hoite werkt voor een rederij in Rotterdam en zij konden voor een goede prijs onze auto snel verschepen. We namen de beslissing op zaterdag en op woensdag moest de Landcruiser al de container in in Rotterdam.

We moesten dus halsoverkop naar Nederland. Mijn familie was op zaterdag vakantie in Spanje aangekomen, dus die hebben we 1 dag kunnen zien, want op zondag reden we naar Nederland. Aangekomen in Nederland moesten we al het papierwerk voor de verscheping regelen en op woensdag 26 oktober hebben we de auto in de container gezet. Dat weekend zou het schip vertrekken met onze Landcruiser aan boord.

Vertraging verscheping

Helaas kregen we 1,5 week later bericht dat onze container met de Landcruiser erin nog steeds in Rotterdam stond. Er ontbrak een stempel op onze papieren en daarom hadden ze de container niet geladen. Het schip met onze container aan boord zou uiteindelijk op maandag 7 november vertrekken, twee weken later dan gepland. Als de vaart voorspoedig zou verlopen, dan zou het schip begin december in Kaapstad aankomen. Nadat we onze Landcruiser in de container hadden gezet hadden we onze vluchten naar Kaapstad geboekt. Dus daar hadden we nu 2 weken langer vakantie. Gelukkig is extra tijd in Kaapstad geen straf, dus daar gingen we gewoon van genieten.

21.11.2016 - 06.12.2016

Terug in Kaapstad

Wat was het heerlijk om weer terug te zijn in Zuid Afrika. Het blijft een prachtig land met ontzettend vriendelijke mensen. Maar ook het heerlijke eten en de prachtige omgeving. Het was 5 jaar geleden dat we hier voor het laatst waren en wat dat betreft was er niks veranderd.

Na 2 lange reisdagen kwamen we op dinsdag 22.11 aan in Kaapstad. We hadden weer veel mazzel gehad in het vliegtuig met onze stoelen, omdat we 2 keer bij de nooduitgang zaten. Onze koffer was ook goed aangekomen en ook de gehuurde auto ophalen was geen probleem. Toen we buitenkwamen voelde we meteen het warme zonnetje, maar ook de frisse wind. We hadden een appartementen via Airbnb geboekt in Houtbaai. Het was de eerste keer dat we via Airbnb geboekt hadden dus we waren erg benieuwd.

Airbnb in Houtbaai

Het was een prachtig huis met een kleine cottage ernaast. De cottage hadden wij geboekt. Het was niet heel groot, maar wel heel compleet en mooi licht ingericht. Bij het grote huis zat een prachtige tuin met zwembad waar we ook gebruik van mochten maken. De eigenaren waren op vakantie op Bali, dus Nick de huismanager was ons contactpersoon. Hij was super vriendelijk en behulpzaam. Nick woonde niet in het grote huis, dus we hadden alles voor onszelf. De tuin was afgeschermd met een groot hek, dus het voelde heel veilig.

In Kaapstad is natuurlijk ontzettend veel te zien en te doen, dus ondanks dat we er al voor de vierde keer waren, hadden we nog lang niet alles van Kaapstad en de omgeving gezien. De eerste twee dagen moesten we wel even acclimatiseren. Het idee dat we zo lang weg zouden zijn, de onzekerheid over de auto, wanneer we hem op zouden kunnen halen en hoe zou het kamperen voor zo'n lange tijd ons gaan bevallen. Gelukkig moesten we nog veel regelen, dus we konden er ook niet te lang bij stil staan. De eerste dag moesten we van alles regelen, van geld wisselen, boodschappen doen en papieren naar de agent van de rederij Meihuizen International brengen.

Vakantiemodus

Na twee dagen waren we al helemaal in de vakantie modus, dus werd het tijd om de leuke dingen te gaan doen. Uiteraard wilden we eerst naar de V&A Waterfront. Dit is een bekend winkelcentrum, met vele winkels, restaurantjes, terrasjes aan het Waterfront met uitzicht op de Tafelberg. Daarnaast wilde ik heel graag terug naar Bo Kaap. Dit is een wijk van Kaapstad met allemaal huisjes in verschillende kleuren. Deze wijk is vroeger door Nederlanders gebouwd, maar nu is het de Islamitische wijk van Kaapstad.

African Overlanders

Omdat we na deze reis onze Landcruiser voor een paar maanden ergens moeten stallen, gingen we de volgende dag een kijkje nemen bij Camping African Overlanders bij Stellenbosch. Op verschillen forums op Facebook raadden mensen Duncan van African Overlanders aan. Echter zodra we daar aankwamen zakte de moed ons in de schoenen. En hoe langer we daar waren hoe minder enthousiast ik werd. Moesten we hier straks echt onze Bill achterlaten?

De camping was 1 grote zooi, de hutjes stonden scheef gebouwd en de auto’s die daar stonden te overwinteren/zomeren stonden midden in een zandbak pal in de zon met een wapperend doekje eroverheen om de zon een beetje weg te houden. Het enige wat nog een optie was was een gesloten container, maar daar was er maar 1 van en die was niet beschikbaar. We hebben afscheid genomen en zouden hem nog wat laten weten. Omdat African Overlanders op de route naar Stellenbosch ligt reden we meteen door. Stellenbosch ligt in de wijnvelden van de Westkaap, dus de omgeving is prachtig. Het is een erg gezellig stadje met mooie huizen, leuke winkeltjes en gezellige restaurantjes.

Houtbay Harbour Market

Op de terugweg wilden we even kijken bij de Houtbay Harbour Market. We hoorden daar goede verhalen over. Het scheen een leuke markt te zijn, die alleen in het weekend is. Normaal zijn we niet zo'n fan van markten, maar hier hoorden we alleen goede berichten over. Toen we aankwamen bij de markt stond de parkeerplaats vol met auto’s, dus we twijfelden of we wel naar binnen moesten gaan. De nieuwsgierigheid won en daar hadden we achteraf absoluut geen spijt van. Als je het hebt over verborgen schatten, dan is dit er 1 van. Een absolute must do als je in Kaapstad bent.

Het is 1 grote hal met vele verschillende eetkraampjes waar je allerlei lekkere dingetjes kunt kopen, pizza, sushi, empanadas, poffertjes, pannenkoeken, wraps, curry’s, smoothies noem maar op. In het midden van de grote hal stonden grote lange tafels waar iedereen aan kon schuiven en in een hoek van de hal stond een live band gezellige muziek te spelen. De sfeer was ongedwongen en gezellig, het was niet te druk en het eten smaakte fantastisch.

The Old Biscuit Mill

De volgende dag bezochten we opnieuw een soortgelijke markt. The Old Biscuit Mill is overdag en het is de bekendste food markt van Kaapstad. Echter na de markt van de vorige avond viel deze markt een beetje tegen. Het was veel drukker, er waren veel meer toeristen, waardoor je echt in een dikke menigte langs de kraampjes moest lopen. We zijn dan ook maar eventjes gebleven. Terug bij onze Airbnb hebben we de rest van de dag bij het zwembad gelegen. Dit was de laatste dag dat we het zwembad voor onszelf hadden, want de volgende dag zou het huis bezet worden door 8 Noorse studenten.

Chapmans Peak drive

Op zondag hebben we door Chapman Peaks gereden. Chapmans Peak is de naam van een berg aan de westkant van het Kaapse Schiereiland tussen Houtbaai en Noordhoek in Kaapstad. Het is een prachtige 9 km lange route langs de Atlantische Oceaan. Het uitzicht vanaf deze route is zo mooi en je ziet de Mount Sentinel aan de ene kant met het strand van Houtbaai en aan de andere kant de Chapmans Peak. In alle rust kun je hier genieten van het prachtige uitzicht.

Kirstenbosch Summer Sunset Concert

In de zomer organiseert de Botanische tuin van Kaapstad elke zondag middag een openlucht concert. Wij hadden kaartjes gekocht voor die middag. Bij het concert verzamelt iedereen zich op een picknickkleed op het gras voor het podium. En onder het genot van zelf meegebracht eten en drinken, het zonnetje en de prachtige omgeving konden we genieten van de muziek. De artiest kenden we niet, Jay Prayzah uit Zimbabwe, maar dat mocht de pret niet drukken, alles eromheen was fantastisch. Voor het concert zijn we even langs de Houtbay Harbour market gereden om daar sushi op te halen die we op het zachte groene gras hebben opgepeuzeld. Het was een middag om niet meer te vergeten.

Storage boxen

Tijdens ons verblijf in Kaapstad had Hoite een doel, het vinden van een goede plek om onze Landcruiser tijdelijk te stallen na onze reis. Hoite heeft urenlang op internet gezocht en uiteindelijk besloten we en garagebox te huren en hier de Landcruiser in te stallen gedurende onze afwezigheid. We waren een beetje geschrokken van African Overlanders, daar durfden we onze Landcruiser niet achter te laten. Op maandag konden we een kijkje nemen bij een storage plaats dichtbij de luchthaven. We kregen er gelijk een goed gevoel. Alles was goed bewaakt en afgesloten. De garage box was droog en schoon. Hier durfden we onze Landcruiser wel voor een aantal maanden te parkeren.

Signal Hill, Lions Head en de Tafelberg

Na een week in Kaapstad te zijn werd het hoog tijd voor de bekende bergen, Signal Hill, Lions Head en Tafelberg. Alle drie de bergen moet je natuurlijk gezien hebben als je in Kaapstad bent. De Tafelberg waren we al een keer op geweest tijdens ons vorige verblijf in Kaapstad. Daarom reden we dit keer naar Signal Hill. Vanaf Signal Hill heb je een prachtig uitzicht rondome over de stad, de Tafelberg en Lions Head, maar ook over de haven waar alle vrachtschepen binnen komen. De volgende dag zou het MSC schip aan komen met onze container erop, dus misschien zouden we de volgende keer als we hier zouden zijn het schip wel kunnen zien?

MSC schip is gearriveerd

Omdat het schip van MSC de volgende dag aan zou komen zijn we weer naar Signal Hill gereden om te kijken of we hem konden spotten. En dat konden we, we zagen het schip liggen buiten de haven, daar lag hij voor anker. De haven lag vol dus hij kon nog niet naar binnen. In de haven zagen we geen activiteit, dus we begonnen een beetje te vermoeden dat het ophalen van onze Landcruiser die donderdagmiddag wel eens niet meer door zou kunnen gaan.

En inderdaad kregen we later op de dag een telefoontje van de agent. Hij vertelde ons, dat vanwege de enorme harde wind in Kaapstad, de schepen die in de haven lagen er niet uit konden en nieuwe schepen konden er niet in. Deze harde wind is voor Kaapstad in de maanden november en december heel normaal. Het enige wat we konden doen was afwachten tot de wind wat zou gaan liggen. Op de website van de haven konden we gelukkig precies volgen wat er gebeurde.

Zo zagen we dat op vrijdagmiddag ons schip de haven eindelijk in kon en uitgeladen kon worden, op zaterdagochtend was hij zelfs alweer met nieuwe vracht vertrokken. De douane in Kaapstad werkt in het weekend niet, dus we moesten wachten tot maandag ochtend. Om 10u hadden we een afspraak bij de douane om alle papieren te laten checken, waarna de container gecheckt kon worden, zodat de container geopend kon worden.

Laatste dagen zonder Landcruiser

Hoe jammer we het ook vonden dat we die donderdagmiddag onze LC niet op konden halen, het was wel fijn dat we nu zeker wisten dat het de maandag zou worden. We gebruikten de extra dagen om nog eens naar de Houtbay Market te gaan en we konden nog naar Llandudno Beach waar we nog niet naar toe waren geweest.

Eindelijk onze Landcruiser ophalen

Op maandagochtend was het eindelijk zover. Om 07.45 uur reden we naar Avis vertrokken om de huurauto terug te brengen. Het kantoor van Avis zat op 20 minuten lopen van Meihuizen International vandaan. Het was maar goed dat we zo op tijd vertrokken waren, want Kaapstad heeft ook een groot fileprobleem net als Nederland. Om 9u kwamen we aan bij Avis, waar we snel de auto inleverde en doorliepen naar Meihuizen International. Bij het kantoor aangekomen kunnen we meteen in de auto stappen om naar de douane te gaan. Bij de douane werden alle papieren gecheckt waarna we door konden naar de opslag Culemborg waar onze container stond.

Het was best wel spannend. 41 Dagen daarvoor hadden we in Rotterdam de Landcruiser in de container gezet en nu zou de container weer open gaan. Zou alles daar binnen nog goed zijn en zou ie er nog in staan? De container had een hele reis achter de rug. Het moment dat de container openging was mooi en een beetje emotioneel, onze Bill stond erin, precies zoals we hem erin gezet hadden. Alles ging verbazingwekkend snel en om 11u kon ik de Landcruiser uit de container rijden. Nog een uur later nadat we de tent, dak-kist en reservewiel hadden gemonteerd, reden we dan echt eindelijk de weg op. Onze Roadtrip2adventue kon beginnen.

Onze Landcruiser krijgt een naam

De meeste overlanders geven hun voertuig een naam, dit omdat de auto voor een overlander meer is dan alleen maar een vervoersmiddel. Wij hadden al vaak over een naam nagedacht, maar we zijn zelf niet zo goed in het denken van namen. Toen we de haven uitreden wisten we het ineens. Tijdens onze voorgaande roadtrips in Amerika en Zuid-Afrika kochten we altijd Beef Jerky (Amerika) en Bill Tong (Zuid Afrika) voor tijdens het rijden. Dit is gedroogd/gekruid vlees waar je heerlijk op kunt kauwen, helaas nauwelijks te verkrijgen in Europa. Als we dan ook in deze landen zijn, ontbreekt de Bill/Jerky dan ook nooit. Dus we vonden Bill wel een leuke naam voor tijdens deze Afrika roadtrip.

Eindelijk zouden we de volgende dag met onze Bill op weg kunnen. We gingen de luxe Airbnb's verlaten om plaats te maken voor het kamperen met onze Landcruiser. De eerste nacht in ons tentje viel toevallig nu precies op mijn e verjaardag, dus een beter verjaardagskado had ik me niet kunnen wensen.

06.12.2016 - 12.12.2016

40e Verjaardag in Paarl

Op mijn 40e verjaardag zijn we ’s ochtends eindelijk met onze Bill weggereden uit Houtbaai/Kaapstad. Voor ons vertrek hadden we onze watertanks goed gevuld, want vanaf nu hadden we niet de luxe van een oneindig gevulde kraan. We zijn niet heel ver van Kaapstad af gereden, omdat we graag op tijd op een camping wilden aankomen. Het was onze eerste dag/nacht kamperen, dus we moesten nog even wennen aan het campingleven. We klopten aan bij Berg River Resort in Paarl tussen Stellenbosch en Franschhoek in.

Het was een hele mooie camping aan een rivier met heel veel gras. De perfecte plek om met kamperen te beginnen. Wat meteen opviel was dat de kampeerplekken allemaal erg groot waren en elke plek had een eigen braai/bbq. Het was dan ook snel duidelijk wat we gingen eten op mijn verjaardag, de eerste Zuid Afrikaanse braai.

Even wennen

Het campingleven was inderdaad even wennen. We moesten weer even onze weg zoeken. Waar ligt alles ook alweer en wat was de beste en snelste manier om de tent in en uit te klappen. Ook het douchen en naar de wc gaan was weer even wennen. Voordat je gaat moet je overal aan denken. De eerste paar keer was het vaak heen en weer lopen, toiletrol vergeten, sleutel van de douchedeur vergeten, shampoo vergeten. Daarnaast ben je nooit alleen. Of je hebt buren terwijl je op de wc zit of er vliegen allemaal insecten om je heen die je niet met rust laten. Ook heb je niet altijd een warme of werkende douche.

Maar alles went, dus ook het kampeer leven. We boekten nog een extra nacht op de camping in Paarl, omdat de camping erg goed beviel en omdat we toch nog wel een hoop te doen hadden. Zoals het watersysteem, want het water wat uit onze kraan kwam smaakte zo chemisch, dat dit niet ok was. Uiteindelijk bleken de watertanks te lang zonder water te hebben gestaan en was het water wat we in Kaapstad mee hadden genomen helemaal bruin.

Dus nadat we de watertanks en waterfilter schoon hadden gemaakt en opnieuw gevuld hadden, kwam er schoon water uit onze kraan. Ondertussen hadden we ook ‘vrienden’ gemaakt met onze Zuid-Afrikaanse buren waar we een hele gezellige en interessante laatste avond mee hebben gehad. We hebben hele gesprekken gevoerd over het leven van voor en na de apartheid.

Inpakken in de regen

Na 3 nachten op de camping in Paarl begonnen we op 9 december eindelijk echt aan onze reis. Tijdens de laatste nacht in Paarl begon het keihard te regenen. En ook ’s ochtends toen we wakker werden kwam de regen nog steeds met bakken uit de lucht. Toch wilden we op tijd vertrekken ook omdat de voorspellingen voor de rest van de dag niet veel beter waren. Dat betekende dat we in de stromende regen onze spullen in moesten pakken en onze tent in moesten klappen. Helemaal doorweekt zijn we de auto ingestapt. We hadden ons nog op willen warmen onder een warme douche, maar het warme water deed het juist deze ochtend niet, dus we stapten verkleumd in de auto. Dat hebben we dan maar weer gehad, ons eerste vertrek.

Barrydale

Onze volgende stop zou Barrydale zijn. Barrydale ligt aan het begin van een mooie 4x4 route waar we de volgende dag aan zouden beginnen en is een klein leuk stadje. In Barrydale vonden we de campsite Warmwaterberg. Maar toen we er aankwamen schrokken we wel eventjes. In vergelijking met de camping waar we net vandaan kwamen was deze camping een regelrechte puinzooi. Alles was oud en kapot en de toiletten en douches waren te smerig voor woorden. En ze vroegen ook nog eens meer per nacht, dan de camping in Paarl. Maar we hadden niet veel keus en het was maar voor 1 nachtje.

Het belangrijkste was dat we snel onze tent uit konden klappen om alles te laten drogen. Doordat we alles in hadden geklapt om te kunnen rijden was inmiddels alles in de tent ook kletsnat geworden, dus ook onze matras en beddengoed. Gelukkig scheen het zonnetje en het waaide hard, waardoor alles gelukkig net op tijd droog was voordat het donker werd.

Terwijl ons beddengoed lag te drogen, gingen wij de hotspring van de campsite in. Dit was natuurlijk bronwater vanuit de bergen. Het water was heerlijk heet, dus gelukkig hadden we ook een pluspuntje gevonden op deze camping. ’s Avonds stak de wind weer goed op, dus wederom lagen we er lekker vroeg in, omdat het buiten echt te koud werd om te blijven zitten.

Onderweg naar Bonniedale

Na de overnachting op de verwaarloosde camping konden we echt aan ons 4x4 avontuur beginnen. We vertrokken richting Bonniedale Holiday Farm. Bonniedale ligt midden in de bergen aan de voet van de Ox-trail. De weg ernaar toe was een mooie 4x4 route, maar niks heftigs, dus het was een leuke route om mee te beginnen. Onderweg kwamen we langs een groot veld met allemaal struisvogels. Dus we stopten even en toen we uitstapten kwamen de nieuwsgierige struisvogels naar ons toe. Later kwamen we een man tegen die te voet de bergen doorstak. Omdat het een behoorlijk lange route was vroegen we de man of hij een lift wilde. Daar zei hij maar al te graag ja en dat begrepen we achteraf ook wel.

De route was nog 14 km lang over een zanderig kiezelpad met stevige klimmen en afdalingen. Hij moest wel op de treeplank mee, want in de auto hebben we natuurlijk geen extra stoelen, maar dat vond hij geen probleem. Hij was ons erg dankbaar toen we hem 12km verderop afzetten. Wij moesten nog een stukje doorrijden naar Bonniedale. Om Bonniedale te bereiken waren er twee opties, via de normale route, maar ook via de Goliathberg. Via de Goliathberg heb je meer uitdaging, dus daar kozen wij voor. Bovenaan de berg hadden we een prachtig uitzicht over de vallei.

Goliathberg

Echter bijna aan het einde van de weg via de Goliathberg ging de weg in één keer steil naar beneden midden in een bocht. In dit stuk weg zaten enorme diepe gaten. Als we naar beneden zouden rijden mochten we geen millimeter uitwijken, omdat we anders met de onderkant op de harde ondergrond zouden knallen. Hierdoor zouden we of de extra dieseltank kapot rijden of het reservewiel eraf rijden. De knik leek veel te scherp. We probeerden om de gaten op te vullen met grote stenen en zand, maar dit hielp niet genoeg. Er zat dus niks anders op om terug te rijden en als nog via de normale weg Bonniedale Holiday Farm te bereiken.

Bonniedale Holiday Farm

Om ons heen was alles vrij droog, maar toen we aankwamen bij Bonniedale Farm zagen we een klein meertje aan een mooi groen grasveld. De boerderij is in 1890 gebouwd en staat aan het begin van de Ox-trail route. De boerderij ligt in de Attaquakloof in de Outentiqua bergen tussen Mosselbay en Oudsthoorn. We hebben genoten van dit mooie verborgen plekje tussen de bergen, met buitendouche en geen telefoonbereik of elektriciteit. 's Ochtends werden we gewekt door een paar paarden die naast onze tent aan het grazen waren. Het liefst waren we nog een extra nachtje gebleven, maar we wilden ook wel graag weer verder omdat we erg benieuwd waren naar de Ox-trail route.

Ox-Trail

De Oxtrail route is in 1689 ontdekt door een Nederlander van de Dutch East Indian Company. Hij heeft er toen 7 dagen over gedaan om het gebergte Cape Fold Mountains door te kruisen. Daarna is deze route 180 jaar lang gebruikt door alle mensen met huifkarren om aan de andere kant van de bergen te komen. Tegenwoordig ligt er een normale weg en wordt de Oxtrail route alleen nog door 4x4 rijders gebruikt. Om de weg te mogen gebruiken moesten we 250 ZAR = 17€ betalen. Van dit bedrag onderhouden ze de weg, die op sommige plekken bijna onbegaanbaar bleek.

We waren enorm onder de indruk. Met name van de prachtige omgeving, de natuur en het berglandschap, maar ook van het feit dat ze vroeger deze weg gebruikte met paarden en huifkarren. Ook de weg was erg speciaal. We reden door water, tussen struiken en over stenen en zand en ondertussen genoten we van de prachtige uitzichten. Het hobbelde goed en op sommige stukken was ik blij dat de handgrepen zo stevig waren. Ik heb er namelijk vaak flink in geknepen en op sommige stukken zelfs ook mijn ogen even gesloten, want sommige stukjes waren zo steil dat we niet wisten of we wel omhoog zouden komen. Maar het was het allemaal meer dan waard. Deze weg zouden we nooit meer vergeten, wat een ervaring was dit. Vanwege de conditie van de weg konden we niet sneller rijden dan 3 á 5 km per uur rijden, dus we hebben er een paar uurtjes over gedaan.

Oudtshoorn

Aan het einde van de dag kwamen we in Oudtshoorn aan. Oudtshoorn staat vooral bekend om de struisvogels, dus die kwamen we onderweg erheen ook vele malen tegen. We sliepen op de camping Kleinplaas. Een mooie camping met goede faciliteiten en voor 10 ZAR (0,70€) per was heb ik 2 wasmachines en 1 droger gedraaid. Heerlijk om weer alles schoon te hebben. In Oudtshoorn hoefden we voor de eerste keer niet vanwege de koude wind vroeg naar bed. De temperaturen waren een stuk hoger en de wind was een stuk minder koud, dus eindelijk konden we na het eten nog even buiten blijven zitten.

12.12.2016 - 17.12.2016

Voortrekkerspas en 7 Old Passes route

Ons volgende doel was Plettenbergbay waar we de vorige 2 keren in Zuid-Afrika ook geweest waren. Dit keer reden we er niet heen via de bekende Garden route, maar kozen we voor een 4x4 route. Via de Louvain Farm waar we 200 ZAR (13,65€) moesten betalen om de route te kunnen rijden. Deze 4x4 route heet de Voortrekkerspas, die overgaat in de 7 Old Passes route. De Voortrekkerspas was wederom een heftige route, met nauwe weggetjes, diepe kuilen, steile hoogtes en dieptes. Erg mooi maar ook weer erg hobbelig en stoffig. Het was maar goed dat we niet veel fruit bij ons hadden anders waren we allang een rijdende smoothie geweest.

Na zo'n 4x4 route zitten wij en de complete auto volledig onder het stof, stof die je nog weken na zo'n route overal nog tegenkomt. En niet alleen dat, bijna altijd laat je ook wel wat strepen autolak achter op de scherpe dorre struiken waar je langs rijdt. Onze Bill doet het fantastisch op dit soort routes, het is echt een monster. Elke keer als we ergens steil omhoog moesten rijden met als ondergrond alleen maar losse stenen, dachten we dit gaan we niet redden of we glijden vast en zeker weg, dan kon Hoite Bill er toch doorheen/overheen trekken door een lage giering of diff lock aan te zetten. Bill deed alles met gemak.

Ook op deze route konden we niet harder dan 3 á 5 km per uur rijden, dus na uren hobbelen op de Voortrekkerspas en de 7 Old Passes route kwamen we op de verharde weg aan en dat was wel even een kleine verademing.

Knysna & Plettenberg Bay

Na het bereiken van de normale weg reden we eerst Knysna binnen. Daar hebben we de auto af laten spuiten, oftewel weer zichtbaar hebben gemaakt. Tijdens het wassen zag Hoite, dat de weg zo hobbelig was geweest, dat we de stroomvoorziening van de trekhaak er zo goed als afgereden hadden door de diepe kuilen in de weg. Gelukkig gebruikten we deze trekhaak nooit. Terwijl Hoite de auto waste heb ondertussen wat boodschappen gedaan voor het avondeten.

In Plettenberg Bay sloten we een dealtje met camping Keurboom Lagoon. Als we na 15:00 uur zouden komen en voor 10:00 uur de volgende dag weer weg zouden zijn, dan hoefden we geen 790 ZAR (53,85€) maar 280 ZAR (19€) te betalen. Het was een super mooie camping met grote plaatsen en een mooi groot en schoon toiletgebouw, dus we namen gretig gebruik van de aanbieding. In Plettenberg Bay hadden we een heel goede pizzeria aan zee met uitzicht op springende dolfijnen ontdekt jaren geleden. Daar wilden we 's avonds graag eten. Helaas was onze geliefde pizzeria precies op maandag gesloten, dus zijn we ergens anders pizza gaan eten. Plettenberg voelde wel weer een beetje als thuis komen.

Bosbranden Baviaanskloof 4x4 route

De volgende ochtend gingen we richting de Baviaanskloof. De weg ernaar toe is de Baviaanskloof 4x4 route. Het eerste deel is een normale weg, dus die slaan we over. We zijn meteen doorgereden naar Kareedouw waar we de off road route pakten. De route is iets beter begaanbaar als de vorige twee 4x4 routes dus we konden dit keer gemiddeld 10km per uur rijden. De 4x4 route is normaal gesproken een erg mooie route, echter was het nu een heel trieste omgeving. De weken ervoor hebben er maar liefst 80 branden gewoed die ruim 20.000 hectare bos hebben verbrand. Dat was die dag pijnlijk goed te zien, bijna het hele gebied waar we doorheen reden was kaal, zwart en rook verbrand.

Er was nog maar weinig groen te zien. Alle planten en bomen die er nog stonden hadden geen bladeren meer en waren verkoold. Zover we konden kijken was alles verbrand. De meeste branden waren aangestoken en waren begonnen bij een paar kleine kinderen. Deze kleine kinderen waren nieuwsgierig hoe lang het zou duren voordat er helicopters zouden komen. Daarom hadden ze vuurtjes gestookt. Het was zo ontzettend zonde, want dit is normaal een prachtig mooie omgeving.

Baviaanskloof

Na uren door het verwoestte landschap gereden te hebben kwamen we in de vallei van de Baviaanskloof aan. Hier moesten we ons melden bij de Farmhouse. Ook hier moesten we voor de 4x4 route betalen, dit keer 120 ZAR (8€). Deze entreegelden worden gebruikt om de 4x4 routes berijdbaar te houden. We zouden het niet meer redden om op tijd de hele Baviaanskloof zelf nog te gaan rijden. Daarom besloten we te overnachten op de Doringkloof Boskamp.

Wat was dat een mooi verborgen plekje. Een echte oase in een kurkdroge omgeving. Plotseling in alle droogte troffen we een klein meertje met een mooi grasveld eromheen aan. De camping had ook splinternieuwe douchekamers en toiletten. Het was nog vroeg in de middag, dus we konden nog even van het lekkere zonnetje genieten op het fijne groene gras.

Apen

De volgende ochtend werden we door een groep apen gewekt. Van alle kanten kwamen ze aanlopen of springen. We moesten onze spullen bewaken, want we hoorden van de andere camping gasten dat ze de ochtend ervoor de hele camping op zijn kop hadden gezet. Alle prullenbakken hadden ze omgegooid, handdoeken gestolen en waren op de daken van de auto's gaan zitten. Hoite gooide wat beschimmeld brood in onze prullenbak en binnen een paar seconden had 1 van de apen de prullenbak al open en het brood eruit gestolen.

Deze bavianen kunnen ook gevaarlijk zijn. Ze zijn hondsbrutaal. Helaas zijn ze alleen geïntimideerd als een man met een lage stem ze wegjaagt. Maar als een vrouw met een schelle of zachte stem iets zegt komen ze er juist op af. Ik ben dan ook niet een echte fan van apen.

Baviaanskloof

Na het apenavontuur vertrokken we en reden we door de Baviaanskloof zelf, een National Park. We moesten 40 ZAR betalen (2,80€) en we werden gewaarschuwd voor de zeer agressieve buffels die er rond zouden lopen. Uiteraard hebben we niet 1 buffel gezien. De route was erg mooi, maar omdat het een National Park is reden we voor het eerst niet alleen op de route. We konden ook wat harder rijden, dus we hadden nog tijd genoeg over om door te rijden naar Addo. In Addo zit het bekende olifanten park, dit was het eerste safari park wat we gingen bezoeken.

Addo

We moesten lang zoeken naar een campsite, want veel aanbod was er niet, dus uiteindelijk moesten we voor Homestead kiezen. Een prima camping met kleine staanplaatsen en rare toiletgebouwen. De toiletgebouwen waren erg oud en best wel vies, maar er zat niks anders op. We waren inmiddels erg verwend geraakt in Zuid Afrika met de campings. Tot nu toe hadden we de meest mooie en goed onderhouden campings getroffen. Dus het was wel een keer tijd voor een wat mindere plek. Het was in Addo nog warmer dan de voorgaande dagen, de temperaturen waren echt aan het stijgen. Overdag was het nu al ca. 35 graden.

Addo Elephant Park

De volgende dag stonden we vroeg op, omdat je 's ochtends het meeste wild kunt spotten. De gate van het Elephant park zou om 07:00 uur open gaan, dus wij stonden ook om 07:00 uur voor de poort. Vanwege de enorme droogte in Zuid Afrika waren veel waterholes opgedroogd en was het dus moeilijk om het wild te spotten. De meeste dieren zaten bij de waterholes waar nog wel wat water in stond. Dus daar hebben wij dan ook de meeste dieren gespot, zoals olifanten, buffels, zebra's, wrattenzwijnen en verschillende antilopen.

Toen we bij één van de waterholes aankwamen kwam er net een olifanten familie aanlopen met een lief klein olifantje. Terwijl wij stonden te kijken naar de olifanten bij de waterhole zagen we plotseling een woeste olifant onze kant op komen draven. We schrokken ons rot. Hoite zette de auto snel in zijn achteruit en reed naar achteren. De boze olifant brieste en was waarschijnlijk boos omdat we in hun looproute stonden en wilde het kleintje beschermenen. Uiteindelijk hebben we toch nog 5 uur rondgereden in het park.

Graaf Reinet

Na 5 uur rond te hebben gereden tussen de wilde dieren vonden we het tijd om het park te verlaten en door te rijden naar Graaf Reinet. Graaf Reinet is een stadje gesticht in 1786 en de op 4 na oudste blanke nederzetting van Zuid Afrika. In de 18e eeuw bereikten de eerste bereden commando's van de Nederlandse kolonisten dit gebied en dat was ook te zien aan de bouwstijl van de oude gebouwen. We bleven één dag extra op de leuke camping Profcon. De extra dag wilden we gebruiken om alles even goed schoon te maken, een backup van de foto’s te maken en de website bij te werken. Zo konden we de dag erop weer verder reizen naar onze volgende bestemming, Lesotho. Het zou een lange rit worden van ca. 9 uur met een grensovergang erbij.

Onze kampeerplekken:

17.12.2016 - 21.12.2016

Op naar Lesotho

Op 17 december stonden we om 05:00 uur op, omdat we een lange rit voor de boeg hadden naar Lesotho. Daarnaast kunnen de grensovergangen in Afrika erg lang duren. We houden er niet van om in het donker ergens aan te komen, dus daarom vertrekken we vroeg. In Europa zou je één van de weinigen zijn die zo vroeg op staat. Hier in Afrika is iedereen vroeg op ook als ze op vakantie zijn. Dus om 05:00u waren al onze buren ook al bezig met inpakken. Soms moet je dan ook gewoon wachten bij de toiletten/douches omdat ze bezet zijn.

Om 06:00 uur hadden we heerlijk gedoucht in het super de luxe toiletgebouw. En alles was ingepakt en we hadden ontbeten, dus we waren klaar om te gaan. De rit ging voorspoedig, dus we kwamen al rond 12:00 uur aan bij onze eerste grensovergang van deze reis. Hoite had een mooie route uitgestippeld via een 4x4 route, dus we wisten niet zeker of er wel een grensovergang zou zijn, maar die was er. Bij de Zuid-Afrikaanse kan zag alles er netjes uit en er stond niemand anders, dus we waren meteen aan de beurt. De stempels waren snel gezet. Helaas bleek de datum niet te kloppen, dus dat moest weer aangepast worden.

Aankomst in Lesotho

Vervolgens konden we naar de Lesotho kant. Daar zat één jongen helemaal alleen en gaf ons ook meteen de benodigde stempels. Waar de douanebeambten aan de Zuid-Afrika kant grapjes maakten over ons stuur wat aan de verkeerde kant zit, vroeg de douanebeambte aan de Lesotho zijde of we niet wat voor hem hadden (geld dus). Hoite bood hem lachend een biertje aan en een pakje sap en toen mochten we doorrijden. Hij durfde waarschijnlijk niet letterlijk om geld te vragen. Binnen 20 minuten hadden we 2 grensovergangen gehad.

Terwijl we de eerste kilometers in Lesotho reden, zagen we al dat de mensen hier in vele betere hutjes en huizen woonden. Je zag wel armoede, maar het straalde niet van de mensen af. Alle vrouwen liepen met leuke vrolijke hoedjes op en sommige liepen met een parasolletje tegen de zon. De meeste vrouwen hadden ook mooie fleurige jurken aan. Ook de mannen waren netjes gekleed. Iedereen die ons voorbij zag rijden lachte of zwaaide vrolijk. Waar je in Zuid-Afrika de grote prachtige villa's ziet waar de blanken in wonen en de armoedige trieste krotten in de krottenwijk op elkaar gepropt waar de gekleurde mensen wonen, zag je hier dat alle voornamelijk gekleurde mensen in mooie huisjes of rondavels (ronde rieten huisjes) woonden.

Lesotho

Lesotho is een onafhankelijk land omringt door Zuid-Afrika. In 1966 zijn ze onafhankelijk geworden en er is hier dus ook nooit Apartheid geweest. Eén op de vier mensen is met H.I.V. besmet en de gemiddelde levensverwachting ligt hier op 53 jaar. Zoals in veel landen in Afrika schamen mensen zich voor H.I.V., dus als er iemand aan H.I.V. overlijdt, dan wordt als doodsoorzaak bijna altijd tuberculose genoemd. Lesotho is ook het land wat het hoogste laagtepunt heeft. Heel Lesotho ligt op minimaal 1000 meter. Daarnaast bevindt zich hier het hoogstgelegen restaurant van Afrika en de hoogstgelegen bar van de wereld. Het hoogste punt ligt op 3240 meter. In de winter kun je prima skiën in Lesotho.

De natuur was prachtig. Elke keer als we in een land zijn waarvan we zeggen, dit kan geen enkel land meer overtreffen, dan kom je later toch weer ergens in een land wat wel alles overtreft. Dit gebeurde in Lesotho. Uitleggen hoe het eruit zag is erg moeilijk, dus hopelijk spreken onze foto's genoeg.

Malealea Lodge

Rond 14:00 uur kwamen we aan bij camping Malealea Lodge. We hadden hoge verwachtingen, want we hadden goede recensies gelezen. De campsite was erg mooi, met prachtig groen gras, de hutjes eromheen zagen er ook goed uit, dus we hadden er helemaal zin in. We hadden geboekt voor 2 nachten, omdat we verwacht hadden dat we laat aan zouden komen. Het was prachtig mooi weer, dus we genoten van de zon en de mooie plek. De sanitaire voorzieningen vielen wel tegen. Deze waren ontzettend smerig. Wc’s waren bruin en zaten onder de opgedroogde urine, in de douches lagen bossen haar en er vlogen minimaal 25 brommende vliegen rond. Verder was alles oud en kapot.

Omdat we alle tijd hadden op de dag van aankomst besloten we om de volgende dag toch maar door te rijden. We konden kiezen uit 2 routes, ofwel binnendoor via een 4x4 route of wel rondom over de normale weg. De 4x4 route had als voordeel dat je vooral mooie natuur tegen zou komen en de route eromheen had als voordeel dat je meer van het land en de mensen zelf zou zien. Omdat we al veel 4x4 routes hadden gereden, kozen we ervoor om meer van het land en de mensen te zien.

De volgende ochtend wilden we vroeg vertrekken, maar terwijl we aan het inpakken waren raakten we in gesprek met onze Zuid Afrikaanse buren. Er volgde een heel interessant gesprek gehad over Zuid-Afrika. Door deze gesprekken met lokale mensen kwamen we steeds meer te weten over hoe het is om te wonen in dit prachtige land.

Roadblocks

Het doel was naar om Oxbow te rijden, dit ligt helemaal bovenin het land. Onderweg verraste Lesotho ons wederom met de prachtige natuur, de mooie bergen, enorme kloven, mooie huisjes en ontzettend vriendelijke mensen. Zelfs in de wat grotere plaatsen en rondom de hoofdstad Maseru kwam niks bedreigends over. Onderweg kwamen we langs 5 roadblocks. Bij de eerste mochten we doorrijden, maar bij de tweede werden onze auto papieren gevraagd. En vervolgens vroegen ze naar onze verzekeringspapieren.

Onze Spaanse autoverzekering dekt niet in het Afrikaans continent met uitzondering van Marokko. Dus we moesten bijna in elk land een aparte verzekering kopen. In Zuid-Afrika is het niet nodig, omdat daar de verzekering in de brandstofprijs zit. In Lesotho hadden we er 1 bij de grens moeten kopen, maar omdat we via de 4x4 route binnen waren gekomen was er geen verzekeringsagent bij de grens of dichtbij de douane aanwezig. Dus hadden we ook geen verzekering kunnen kopen. We moesten ons dus bij de politie voor de domme houden.

Op een gegeven moment vroeg de politieagent of we dan geen verzekeringssticker hadden. Bleek dus dat ze in Lesotho een sticker op het raam plakken van de autoverzekering. Hoite wees naar onze Spaanse APK sticker, die op ons raam geplakt zat. De politieagent keek er naar en vond het ok, dus we mochten doorrijden. Bij de andere roadblocks hebben we verder geen problemen meer gehad.

De hoogte in naar Oxbow

We reden steeds op ongeveer 1600 meter hoogte. Op een gegeven moment veranderde het landschap in grotere bergen. Het bleef groen maar er waren minder verschillende kleuren groen. En we stegen naar boven de 2500 meter. Toen we boven de 2500 meter kwamen hielden de bomen op. De temperatuur zakte van 33 graden naar 19 graden en er stond een erg koude wind.

Halverwege de middag kwamen we aan bij Oxbow. Het was daar guur en koud en de accommodatie waar we naar toe wilden lag er verlaten bij. De plek zag er niet echt aanlokkelijk uit. Het voelde niet als een fijne plek om onze tent op te gaan zetten. Dus besloten we om door te rijden naar onze volgende stop. Hier hadden we de volgende dag naar toe willen rijden. We hoopten dat het daar wat gezelliger en warmer zou zijn. Van de vorige camping hadden we als tip St. James Lodge in Ha Koenehoe doorgekregen, dus dat werd ons volgende doel. Het waren nog een paar uur extra rijden.

3200 meter hoog

We stegen naar de 3200 meter en het werd alsmaar kouder en donkerder. De hele omgeving veranderde, niet minder mooi, maar het werd wat eentoniger. De rondavels werden eenvoudiger en armoediger, de mensen lachten en zwaaiden minder. Als kinderen ons voorbij zagen komen, dan floten ze om aandacht en als je dan keek lachten ze eerst en hielden vervolgens hun handen op om te bedelen.

Er liepen ook meerdere herders op lange rubberlaarzen, onderbroek en een grote deken om zich heen. Op hun hoofd hadden ze een soort bivakmuts. Dit alles om zich tegen de zon en gure wind te beschermen. Als we zwaaiden, dan kregen we een achterdochtige blik terug en maar een enkeling zwaaide voorzichtig terug. Lesotho heeft duidelijk 2 gezichten.

Maps.me

Aangekomen in Ha Koenehoe lag St. James Lodge er erg verlaten bij. Snel zette we maps.me aan om te kijken of er in de omgeving nog een andere camping was. Maps.me is een fantastische app. Deze app werkt offline en je kunt alle wegen, supermarkten, campings etc. offline opzoeken. Het enige wat je moet doen is ervoor zorgen, dat je alle kaarten die je nodig hebt van te voren download. Via maps.me vonden we Molumong Lodge, dus daar wilden we even gaan kijken. Maps.me stuurden ons door een dorpje met allemaal armoedige hutjes, nieuwsgierige maar argwanende inwoners en een bijna onbegaanbare weg.

Molumong Lodge

Ook Molumong Lodge lag er erg verlaten bij, dus Hoite ging even poolshoogte nemen en kwam de eigenaar tegen. De man sprak slechts Engels en er waren verder geen andere gasten. Maar we konden er staan en we moesten wat. Het was inmiddels 17:00 uur en we waren al bijna weer bij de grens, dus we konden ook niet nog verder rijden. Inmiddels was de eigenaresse ook tevoorschijn gekomen en zij was een hele lieve vriendelijke vrouw, Norma, die vloeiend Engels sprak.

Ze kwamen zelf uit de hoofdstad van Lesotho en waren jaren geleden hier op vakantie geweest. Ze waren toen verliefd geworden op dit plekje. Een jaar eerder hadden ze de eigenaresse gebeld om te vragen of ze deze lokatie mochten kopen. Dat mocht en zo zijn zij er 8 maanden voordat wij er kwamen zijn gaan wonen om alles te renoveren.

Nog lang niet alles was klaar, omdat het geld op was, maar beetje bij beetje renoveerden ze alles. Dat wat al gerenoveerd was, zag er fantastisch uit. En omdat het toiletgebouw van de camping nog niet klaar was mochten wij gebruik maken van toilet/douche van 1 van de kamers in het huis. Zo kun je je dus enorm vergissen. We dachten in een vervallen en creepy situatie terecht te komen en uiteindelijk bleek het een pareltje te zijn. Norma was echt een hele lieve vrouw, die gun je alles.

Heftig onweer

Een eindje verderop brak er onweer uit, dus we moesten gaan haasten. We kookten snel wat macaroni en zette na het eten in sneltreinvaart de tent op. Gelukkig waren we net op tijd klaar toen het onweer los barste op de campsite. We twijfelden nog wel even of we wel veilig in onze tent konden gaan liggen met dit heftige onweer. Op 2500 meter hoogte stonden we in een open veld zonder hoge bomen.

Onze tent was het hoogste punt in de hele omgeving. Omdat de kans erg klein is dat je geraakt wordt door de bliksem zijn we toch maar gaan liggen. Wel hebben we een aantal momenten gehad, dat de bliksem en enorme donder zo ontzettend dichtbij klonken, dat we elkaar aankeken en ons afvroegen of we toch niet in de auto moesten gaan slapen. Uiteindelijk hebben we dat niet gedaan en gelukkig werden we de volgende ochtend gewoon wakker. Het was weer tijd om te gaan, want in deze omgeving was verder niet heel veel te doen.

Sani Pass

Lesotho was prachtig en helaas waren we er uiteindelijk maar 2 volle dagen geweest, maar toch waren we ergens blij weer terug naar Zuid-Afrika te mogen. Deze kant van Lesotho was koud en guur. Als we nog aan de andere kant van Lesotho hadden gezeten, dan waren we nog wel langer gebleven. We zouden Lesotho verlaten via de Sani Pass.

De Sani Pass is een bergpas tussen Zuid-Afrika en Lesotho. Het is de enige route om vanaf de oostkant van Lesotho naar Zuid-Afrika te komen. Daarnaast is het de hoogste bergpas in Zuidelijk Afrika waar motorvoertuigen kunnen rijden. Het is een prachtige 4x4 route, die ons weer naar normale hoogte moest gaan brengen. De eerste 40 kilometer reden we om bij de grens van Lesotho aan te komen en binnen 5 minuten stonden we alweer buiten het douane kantoor.

Zo konden we weer snel doorrijden. De Sani pass was een prachtige 4x4 route tussen de bergen door. Aan het einde van de Sani pass kwamen we bij de Zuid-Afrikaanse grens aan waar het wederom allemaal weer soepel en snel verliep. En we waren weer terug in Zuid-Afrika, heerlijk.

Camping Khotso Horse Trails

Toen we Zuid-Afrika inreden begon het helaas. Dus we zijn snel naar Underberg doorgereden om daar wat boodschappen te doen om vervolgens naar camping Khotso Horse Trails te gaan. De camping was net nieuw, dus de faciliteiten waren mooi en schoon. Er stond zelfs een hutje met een complete keuken erin. Dit was erg handig, want zo konden we toch overdekt koken. Terwijl wij aan het koken waren waren andere gasten van de camping naast de keuken aan het braaien, dus we raken in gesprek.

Uiteindelijk sloot nog een familie bij het gesprek aan en onverwachts hadden we een hele gezellige avond. Er werd voornamelijk over politiek en de situatie in Zuid-Afrika gesproken wordt. Wat waren de verschillen tussen Zuid-Afrika en Europa. Erg interessant gesprekken, maar het was vooral gezellig.

De volgende ochtend hadden we een paar uurtjes zon, dus daar maakten we gebruik van door de berg op te klimmen. We zaten midden in het Drakensberg gebied en de omgeving was hel groen. Bovenop de berg hadden we een prachtig uitzicht over de groene omgeving. Later in de ochtend begon het weer te regenen waardoor we de rest van de dag hebben geschuild voor de regen in de backpackers woonkamer. 's Avonds werd er een BBQ verzorgd waar je voor 7€ onbeperkt van mee konden eten.


21.12.2016 - 26.12.2016

Kwazulu Natal

We waren het liefst nog een tijdje in de omgeving van Drakensbergen gebleven. Drakensbergen is een keten van bergen in Zuid-Afrika met als hoogste piek op 3842 meter hoogte en daarmee ook gelijk de hoogste berg is. De Drakensbergen zijn voornamelijk geliefd bij wandelaars en bergbeklimmers. Vanwege de vele regen en de nog komende dagen vol voorspelde regen besloten we toch om de Drakensbergen te verlaten en een wat droger deel van Afrika op te zoeken. Op 21.12 zijn we dan ook vertrokken uit Drakensbergen met 16 graden. Het had de hele nacht weer geregend, dus ’s ochtends toen we in moesten pakken was alles nat, koud en blubberig.

Zodra we de bergen uit waren en richting Durban reden werd het beter weer. Het werd ook een stuk drukker op de weg. Ondertussen waren we in de provincie Kwazulu Natal aangekomen en zagen we meteen dat dit een ander deel van Zuid-Afrika was. Waar je je in Western Cape in de westerse wereld waant, ben je in dit gebied wel echt in Afrika. We waren onderweg naar Hluhluwe. Dit is een klein stadje dicht bij het Hluhluwe iMfolozi Park en de Hluhluwe River. In deze provincie wordt met name suiker, ananas en hout verbouwd. 90% Van alle ananas in Zuid-Afrika komt hiervandaan.

Bushbaby Lodge Hluhluwe

In Hluhluwe vonden we camping Bushbaby Lodge. We konden op een mooi plekje staan aan de rand van de camping tegen een hel aan. Aan de andere kant van het hek liepen wilde dieren als zebra's en antilopen. Het was warm en de zon scheen, dus we konden gelijk de tent opengooien en ons beddengoed weer buiten laten drogen. Het was een mooie camping met bungalows en een zwembad, daar hebben we dan ook dankbaar gebruik van gemaakt.

De reden dat we naar Hluhluwe waren gereden was vanwege het dichtstbijzijnde Hluhluwe iMfolozi Park. Dit park is het oudste natuurpark in Afrika. Het park bestaat uit 960km2 heuvelachting land bedekt met savannes. Het is het enige park in de provincie Kwazulu Natal waar de Big Five leeft. Ook zijn er witte neushoorn, welke zeldzaam zijn. Deze witte neushoorns werden met uitsterven bedreigd en zijn dankzij een succesvol kweekprogramma in dit natuurpark gered van deze uitsterving.

Hluhluwe iMfolozi Park

Terwijl we door het park reden zagen we bijna de gehele Big Five, de enige die ontbrak was het luipaard. Het was een mooi park, op sommige plekken stonden veel struiken waardoor het spotten van dieren lastig werd gemaakt, maar op andere plekken waren het savannes waar je wel voor je uit kon kijken. Bij de ingang kregen we een routekaart mee en een puzzelspel met alle dieren erop die in het park leven, zodat je aan kon kruisen welk dier je had gespot.

Op een gegeven moment kozen we voor een route die we uiteindelijk niet uit konden rijden omdat we halverwege bij een enorme modder poel aankwamen. De modderpoel zag er diep uit, dus de kans was groot dat we vast kwamen te zitten. Net voordat we bij de modderpoel aankwamen waren we een groepje neushoorns gepasseerd. Het was dan ook niet echt een plek om uit de auto te kunnen stappen als we vast kwamen te zitten. We kozen ervoor om terug te rijden en een andere route te kiezen. Toen we terug reden kwamen we hetzelfde groepje neushoorns weer tegen. Echter stonden ze nu midden op de weg. We moesten dus even wachten tot ze weg zouden lopen en de weg vrij zouden maken.

Neushoorns

De neushoorns hielden ons in de gaten, dus we bleven op een gepaste afstand wachten. Totdat één neushoorn ruzie zocht met een andere neushoorn en boos begon te worden, plotseling draaide hij om en kwam briesend onze kant op. Hoite zette de auto snel in zijn achteruit en dat zorgde ervoor dat de neushoorn zich weer omdraaide en terug liep naar het groepje. Gelukkig maakte ze vrij snel daarna de weg vrij en konden we erlangs rijden. Het was best een spannend moment geweest, want een boze neushoorn zal best sterk zijn.

Kosi Bay of Kosi Baai

Nadat we genoten hadden van de mooie dag in het natuurpark moesten we nadenken over wat we de komende dagen wilden gaan doen. De kerstdagen kwamen eraan, dus het zou overal drukker worden. Het weer in de hele omgeving beloofde niet veel goeds, dus het maakte niet heel veel uit waar we heen gingen. Omdat we dicht bij Kosi Bay waren besloten we die kant op te rijden. Op internet werd wel gewaarschuwd dat de weg naar Kosi Bay moeilijk begaanbaar kon zijn, omdat het een volledige zandweg was. Maar met Bill durfde we dat wel aan.

Kosibaai is een natuurreservaat die bestaat uit verschillende meren die door een kronkelend kanaal van 10 kilometer aan elkaar worden geregen. Het ligt in een baai net ten zuiden van de grens tussen Zuid-Afrika en Mozambique. Kosibaai maakt deel uit van het iSimangaliso Wetland Park en is beschermd als UNESCO Werelderfgoed. Het grootste meer van dit park is het Nhlangemeer (ofwel Kosimeer), dit meer meet 4 op 5 kilometer en is 50 meter diep.

Kerstavond in Kosibaai

De weg richting Kosibaai was inderdaad een zandweg met los fijn zand. De weg liep langs het water en tussen de struiken en bomen door. Een erg mooie route ondanks dat we er zeker wat krassen op de lak bij kregen. Bij de ingang naar het Wetland Park stond een groepje kinderen met een gitaar, die voor ons begonnen te zingen, uiteraard in de hoop dat we ze iets zouden geven. We kwamen vrij vroeg aan, dus we reden eerst naar een meer waar we met de auto konden komen. Daar gingen we een kijkje nemen bij het water en we waren niet de enige. Iedereen liep het water in met hun kleding aan, dus dat hebben wij ook maar even gedaan. Het water was koud, maar het zonnetje scheen, dus het was best lekker.

Na het korte voetenbadje zijn we naar de camping Kosi Bay Casitas gereden. Dit was de enige camping die nog plek had voor onze auto. We kregen een plek naar een openbare camping keuken en dat bleek de beste plek te zijn, want zodra we onze auto hadden geparkeerd en de tent hadden uitgepakt begon het te regenen. Het was kerstavond en we stonden met zijn tweeën in de regen op een camping. Om er toch nog iets speciaals van te maken, sleepten we onze keuken met oven naar de camping keuken en maakte ik een lasagna klaar. Terwijl wij de lasagna even later oppeuzelde kwam er een moeder met haar twee dochters in de keuken hun afwas doen. We raakten met ze in een kort gesprek en wensten elkaar een fijne kerst.

1e Kerstdag op de boot

De volgende dag stonden we wat later op. En terwijl we buiten op onze stoelen zaten te bespreken wat we zouden gaan doen kwamen de twee dochters van de vorige avond naar ons toe. Ze vroegen of we het leuk vonden om met hen en hun ouders mee wilden op de boot op de meren van Kosi Bay. Dat was zo bijzonder, we hadden ze de vorige avond kort gesproken en nu vroegen ze ons mee op hun boot. Daar zeiden we graag ja tegen. De meren van Kosibay kun je alleen zien vanaf een boot, dus dit was een cadeautje. Dus zo gingen we op 1e kerstdag met de familie Ogilvie het water op. De familie bestond uit vader Greg, moeder Lucille en dochters Caitlyn en Stephanie.

Bij één van de meren kon de speedboot in het water geduwd worden en konden we opstappen. We voeren van het ene meer naar het andere meer. Het was zwaar bewolkt en daardoor best fris, maar ondanks dat hadden we een fantastische dag op het water. We zijn zelfs dicht in de buurt van een groepje nijlpaarden in het water geweest. Het was een super ervaring en we waren de lieve familie Ogilvie enorm dankbaar dat ze ons mee hadden gevraagd. 's Avonds hebben we nog met zijn allen gegeten en toen moesten we afscheid nemen. We zouden de volgende dag doorrijden naar Mozambique om daar oud en nieuw te vieren.

26.12.2016 - 29.12.2016

Boodschappen in Manguzi

Voordat we op 2e Kerstdag naar de grensovergang van Zuid-Afrika naar Mozambique reden moesten we eerst een stukje terug naar het stadje Manguzi. Hier wilden we wat boodschappen halen, omdat er in Mozambique tot aan de hoofdstad Maputo weinig te verkrijgen was. Ook moesten we tanken omdat de kwaliteit van diesel in Mozambique van erg slechte kwaliteit was. Daarnaast was onze waterpomp kapot gegaan en we moesten daar een nieuw onderdeel voor kopen. Het tanken en de boodschappen lukte, maar helaas was de winkel waar we het waterpomp onderdeel konden kopen dicht. Het was de 26e Boxing day, een nationale feestdag. Het was een beetje zuur dat we nu geen werkende waterpomp zouden hebben, want in de twee komende landen was het water niet drinkbaar. Dus we moesten ook een paar grote flessen water inslaan.

Triangel sticker

Terwijl we naar de grens reden bedachten we ons in 1 keer, dat Greg de dag ervoor nog had gezegd, dat je voor Mozambique een blauwe sticker op de bumper moest hebben. Dit is een blauwe sticker met een gele triangel erop. Ondanks dat het een sticker is die je alleen op de bumper met hebben zitten als je een aanhanger of boot achter je auto hebt, wordt het aangeraden om deze sticker ook zonder aanhanger op je bumper te plakken. De politie in Mozambique is bijzonder corrupt en houdt zeer regelmatig mensen aan om ze vervolgens om een onzin reden een bekeuring te geven. Het ontbreken van de triangel sticker kan er 1 van zijn.

Grensovergang Zuid-Afrika en Mozambique

Omdat we niet weer helemaal terug wilden rijden gokten we het erop dat we bij de grens misschien zo’n sticker zouden kunnen kopen. Aangekomen bij de grens kwamen we in een lange file te staan met auto’s. Dit zou iets langer gaan duren, dan de grensovergang bij Lesotho. Om tijd te besparen nam ik het stuur over en ging Hoite alvast met alle papieren naar de douane. Bij de auto voor ons stapten net 2 vrouwen uit, dus Hoite vroeg aan hen of zij wisten of we de sticker hier zouden kunnen kopen. De vrouw wist het niet, maar ze had nog wel 1 sticker in de auto liggen die we mochten hebben. Binnen een minuut had Hoite dus de ontbrekende sticker geregeld.

Nu waren de papieren aan de beurt, die duurden iets langer. Uiteindelijk duurde het ruim 2 uur tot onze paspoorten waren gestempeld zowel in Zuid-Afrika als Mozambique, de auto was uitgevoerd uit Zuid-Afrika en ingevoerd in Mozambique. En ook was het gelukt om een autoverzekering voor Mozambique te regelen. Eindelijk konden we doorrijden. Meteen in Mozambique hield de normale weg op en werd het mul zand. Deze grensovergang kan dan ook alleen door 4x4 voertuigen gebruikt worden.

Ponto d'Ouro

In Zuid-Afrika hadden ze ons gewaarschuwd voor Ponto d’Ouro. Deze plaats zou vol staan met Zuid-Afrikanen in deze periode. Ons plan was dan ook om door Ponto d’Ouro te rijden en naar het rustiger Malongane te gaan. Maar toen we Ponto d’Ouro binnen reden vonden we het er wel gezellig uitzien. Dus we besloten om bij de camping te gaan kijken of ze plaats hadden. Op camping Tandje Beach Resort was nog plek. De camping staat aan het mooie strand van Ponto d'Ouro, dus de locatie was perfect.

Camping Tandje Beach Resort

We boekten gelijk voor 2 nachten en zouden daarna wel weer verder kijken. Pas als je ergens staat weet je pas hoe het er is, dus we zouden het zien. De camping stond inderdaad vol met Zuid Afrikanen. Een ander type Zuid-Afrikanen, dan die we tot nu toe tegen waren gekomen. Deze Zuid-Afrikanen waren te vergelijken met de vakantiegangers, die we jaarlijks in Salou en Lloret de Mar mogen begroeten. De camping lag vol met rotzooi, met name plastic flesjes en lege flessen bier. De toiletten waren ontzettend smerig, het water uit de kraan was bruin met veel zand en de afwasbakken lagen vol etensresten en vliegen.

Bij elke tent stond een gettoblaster met muziek aan en op de camping reden tientallen luidruchtige quads voorbij. Het ging er dus iets anders aan toe, dan wat we gewend waren van Zuid-Afrika. De hele dag door kwamen er locals bij onze auto staan om iets te verkopen aan etenswaren of aan bepaalde diensten. Zo boden ze aan om tegen betaling de afwas of was te doen, om de tent schoon te maken of op te zetten. De Zuid-Afrikanen maakten er veel gebruik van, maar wij vonden het niet nodig een huishoudster op de camping. Daarnaast deden we liever onze eigen afwas, zodat we zeker wisten dat het ook schoon was.

Regen

Bij aankomst op de camping had Hoite gevraagd of er regen voorspeld was. Het antwoord daarop was, dat het de vorige dag een heel klein beetje had geregend, dus er zou zeker weten voorlopig geen regen meer komen. Dat vonden we natuurlijk mooi om te horen, want het was erg warm, dus we konden eindelijk de regenhoes eraf halen. Eindelijk konden we met de dakramen open onder de sterrenhemel in slaap vallen. Het was zo gezegd, iets minder zo gedaan.

Midden in de nacht werden we wakker van een paar druppels. Maar als het daarbij zou als het daarbij zou blijven was er niks aan de hand. Onze tent was waterafstotend, dus een klein regenbuitje kon ie wel hebben. Helaas ging het steeds harder regenen tot het zelfs aan stortregenen was. Daar was de tent niet voor gemaakt, dus hij ging aan alle kanten lekken voornamelijk bij de ritssluitingen en openingen. De regenhoes erop doen was geen optie meer, want dan moesten we de hele tent openzetten. Dus het was hopen dat het snel zou stoppen. We deden natuurlijk verder geen oog meer dicht, omdat we met handdoeken alles aan het droog deppen waren om te voorkomen, dan alles doorweekt zou raken.

Zon

Gelukkig stopte het om 08:30 uur eindelijk met regenen en om 09:00 uur klaarde het eindelijk op. Snel haalden we onze matras en beddengoed uit de tent om in het zonnetje te kunnen drogen, deze waren helemaal doorweekt. De tent zette we helemaal oen om te drogen en vervolgens hebben we voor de zekerheid toch maar weer de regenhoes er terug opgezet.

We trokken veel bekijks met onze auto, daktent en kentekenplaat. De hele tijd kwam er wel iemand een gezellig praatje maken. Toen alles droog was hebben we nog even een wandeling door het dorpje en over het strand gemaakt. Het was een prachtig mooi lang en breed strand. Het water was voor mij te fris, maar Hoite durfde het wel aan en vond het heerlijk. Onze tweede dag stroomde de camping vol met nog meer Zuid-Afrikaanse jongeren. Ze kwamen met grote groepen oud en nieuw vieren. Om 10:00 uur 's ochtends zat iedereen al aan het bier en nieuwe gettoblasters kwamen uit de auto’s rollen.

Punto de Malangane

Vanwege al die drukte besloten we om gedag te zeggen tegen Ponto d'Ouro en door te rijden naar het volgende plaatsje, Punto de Malangane. De weg ernaar toe was weer via het mulle zand. Aangekomen in Malangane zag het er allemaal nog leuker uit dan in Ponto d’Ouro. Er waren allemaal gezellige barretjes en restaurantjes. Er was maar één camping en gelukkig hadden ze nog plek, maar helaas maar voor maximaal 2 nachten. De camping lag volledig onder de bomen en dat was een welkome afwisseling. Het was een snikhete zonnige dag, dus we hadden nu gelukkig genoeg schaduw.

Ook het toiletgebouw zag er een stuk beter uit, dus we waren blij dat we doorgereden waren. Nadat we geïnstalleerd waren zijn we even naar het strand gegaan. Dit strand was nog mooier dan in Ponto d'Ouro. Terug op de camping heb ik een handwasje gedraaid. Sinds Oudsthoorn hadden we geen wasmachines meer gezien en onze schone handdoeken waren op. Ook hier was het water bruin, dus heel schoon werden ze er niet van, maar ze roken wel lekkerder. Toen ik terugliep met de ‘schone’ was zagen we door de bomen een donkere lucht aankomen. Nog geen 5 minuten later brak het los.

Opnieuw regen

Het regende zo hard, dat we ook onder ons luifel niet droog bleven. Op deze camping was er geen camping keuken om in te schuilen, dus er zat niks anders op dan de tent in te duiken. En daar zaten we om 16:00 uur ’s middags in de tent. Omdat het ook niet meer stopte met regenen en we daardoor niet konden koken was ons avondmaal een pak Maria koekjes en wat crackers met jam. Onder de tent was het inmiddels een grote modderpoel, dus ook naar de wc konden we niet meer, dat werd improviseren. Een flesje water werd op dat moment ons toilet.

Om 20:00 uur zijn we maar gaan slapen, want het werd steeds klammer in de tent en er was niet veel anders te doen. De hele verdere nacht regende het. 's Ochtends werden we wakker en alles was een klamme, natte boel. Toen we de tent uitkwamen lag er naast de tent een slang. De slang was bezig met een prooi oppeuzelen, de prooi was een andere slang. Het was natuurlijk erg rustig buiten geweest, omdat iedereen voor de regen schuilde, dus de slangen hadden vrij spel gehad.

Van Mozambique naar Swaziland

Omdat de weersvoorspellingen niet beter werden voor Mozambique en we toch de volgende dag van de camping af moesten besloten we om die dag nog verder te gaan. We wilden niet verder Mozambique in dus de bedoeling was dat we die dag nog in Swaziland aan zouden komen. De weg na Malangane was dezelfde mulle zandweg, als die we vanaf de grens hadden gehad. Echter zaten er nu ook grote natte gaten in de weg. Toen we bij de normale weg aankwamen moesten we wel een beetje lachen. De grote weg was namelijk een asfaltweg waar grote stukken asfalt ontbraken. De zijkanten van de weg bestonden al niet meer en in de weg zaten zulke grote gaten dat het beter was om door de modder naast de weg te rijden.

Na een aantal kilometers kwamen we bij de snelweg uit, echter bestond deze snelweg uit…zand. Door de enorme regen, die nog steeds neerkwam, was het 1 grote modderpoel. Zo moesten we de 170 km naar de grens afleggen. Via een vreselijke modderweg bestaande uit rode modder, gele modder, rode modder en zwarte modder. Het waren spannende 170 kilometers, we slipten steeds weg. Waardoor de angst om in deze modder vast te komen staan steeds terug keerde. En we wisten niet of de weg ergens onbegaanbaar zou worden en dat we niet meer verder zouden kunnen. Onderweg kwamen we meerdere auto's en vrachtwagens tegen die gestrand waren. 10 Km voor de grens kwamen we eindelijk op een harde grindweg terecht, wat een opluchting.

Trots op Bill

Wat waren we trots op Bill, dat ie ons er gewoon met gemak doorheen had gereden. Bill zag er inmiddels niet meer uit, alles zat onder de modder. Op de treeplank lag een dikke laag natte modder, de kleur van de auto was niet meer te zien. Het begon wel weer harder te regenen, dus we hoopten dat de regen iets van de modder weg zou spoelen, maar helaas dat gebeurde niet.

29.12.2016 - 03.01.2017

Grensovergang Mozambique en Swaziland

Bij de grens van Mozambique en Swaziland ging gelukkig alles vrij snel, dus we waren zo in Swaziland. Toen we Swaziland binnenreden vroegen we waar we een WA verzekering aan konden schaffen. Volgens de douane en de politie was een verzekering niet nodig in Swaziland. We moesten alleen wegenbelasting betalen van 50 rand (ca. 3,25€). Dus zonder verzekering reden we weg bij de grens. Net na de grens werden we nog aangehouden door een militaire post, die ons vroeg waar we vandaan kwamen met onze smerige auto. We hadden net een dropje in de mond gedaan, dus meneer wilde weten wat we aan het eten waren. Hij wilde namelijk ook iets eten. Dus hebben we hem een dropje gegeven, wat hij ervan vond weten we helaas niet.

Carwash

In de eerste grotere stad die we tegen kwamen, Siteki, gingen we op zoek naar een carwash. Bill had dringend een wasbeurt nodig. Helaas waren de carwash overal gesloten vanwege de droogte. Gelukkig kwamen we er toch nog eentje tegen toen we de stad weer uitreden. Hoite is samen met de man van de carwash bijna een uur bezig geweest om de auto er weer een beetje toonbaar uit te laten zien. De modder zat echt overal. Maar na een uur zag Bill er weer een beetje toonbaar uit. Dus konden we verder rijden. Ons eerste doel was Hlane National Park.

Camping Hlane National Park

Aan het einde van de middag kwamen we aan bij Hlane National Park. De camping bevind zich in het park, dus we moesten ons bij de ingang van het park melden. De camping was omheind met een hek, zodat de wilde dieren niet de camping op konden komen. Op de camping was geen elektriciteit aanwezig. 's Avonds werden de olielampen in het toiletgebouw aangestoken, dit gaf een gezellige sfeer in het mooie toiletgebouw. De dag na aankomst hielden we een rustdag. Hoite wilde de auto verder schoonmaken, want hij zag er schoon uit, maar de modder zat nog steeds overal. Daarnaast wilden we al het beddengoed weer luchten en drogen. In de nacht in Malangane was alles opnieuw nat geworden.

Extra nachtje

De camping hadden we voor 1 nacht geboekt, maar we wilde graag nog een extra nacht blijven. Om de extra nacht bij te boeken moesten we terug naar de ingang. Maar hiervoor moesten we een stukje door het park buiten de hekken. Het was maar een stukje van 200 meter lopen. Daar wilden we liever niet de hele auto weer voor in moeten pakken. Dus we dachten dat kleine stukje wel even te lopen. Bij de gate van camping hing een bord, dat het verboden was om voorbij het hek te komen zonder auto. Toen we het aan 1 van de gidsen vroegen zei hij dat dat kleine stukje geen probleem was. Echter toen we aankwamen bij de ingang van het park schrokken ze dat we waren komen lopen. Er werd ons verteld dat dat very dangerous was.

Toen we de extra nacht betaald hadden moesten we hetzelfde stukje weer terug lopen. Dit keer werden we begeleid door 2 Rangers met grote geweren. Stiekem voelde we ons toen wel wat veiliger, want het blijft spannend wetende dat er allemaal gevaarlijke wilde dieren rondlopen. Hoite vroeg op een gegeven moment aan de Rangers wat ze zouden doen als we oog in oog zouden komen te staan met een gevaarlijk dier. De reactie van hen daarop veranderde ons gevoel van veiligheid wel een beetje: Ze zouden hun geweer laten vallen en hard weg rennen, want ze wilden niet op de wilde dieren schieten. Tot zover de bescherming.

Braai avond

Diezelfde dag kwam er een Nederlands stel, Karin & Vincent met dochter Celeste op de camping staan met hun gehuurde 4x4 en daktent. We maakte kennis en besloten samen te gaan barbecuen s'avonds . Het werd een hele gezellige avond en voor we het wisten was het al 01:00 uur 's nachts. Dat is normaal niet zo laat, maar hier in het Afrikaanse ritme was 01:00 uur hetzelfde als diep in de nacht. 's Nachts hoorden we de leeuwen huilen die dichtbij de camping zaten.

Mlilwane Wild Sanctuary

De volgende dag besloten we om weer door te gaan en oud en nieuw in het Mlilwane Wild Sanctuary te vieren. Eerst reden we nog een korte game drive door het Hlane park. Maar omdat we niet 1 dier zagen, dus maakten we er een korte rit van. Via Manzini reden we naar Mlilwane. Manzini zag er erg modern en nieuw uit. De mensen waren allemaal netjes gekleed en de huizen zagen er ook netjes uit. Nadat we de stad Manzini hadden verlaten reden we door de prachtige natuur van Swaziland. Overal waar we reden zagen we dat Swaziland ontzettend groen was. Het land zag er goed ontwikkeld uit en je zag wel armoede maar dat had niet de boventoon.

In het Mlilwane Wild Sanctuary leven geen gevaarlijke wilde dieren. Er is wel veel wild, maar dus geen leeuwen, olifanten etc. Daarom stond er ook geen hek om de camping heen. Dat was wel een mooie ervaring, want de hele dag door komen er allerlei verschillende dieren langs je tent lopen. Zebra’s, Nyala’s, springbokken en wilde zwijnen liepeen nieuwsgierig over de camping. Het toiletgebouw was de mooiste en schoonste die we tot dan toe waren tegengekomen. Wat waren we op een mooi en bijzonder plekje terechtgekomen.

Oud & Nieuw

Naast ons stonden 2 andere overland auto’s met twee Nederlandse stellen (Frans & Flos en Mike & Anita). We raakten al snel aan de praat en zo kwam het dat we ’s avonds het nieuwe jaar met zijn zessen inluidden inclusief champagne en sterretjes. Het was een onverwachte gezellige oud&nieuw, dat is het mooie van reizen, onderweg nieuwe mensen leren kennen.

4x4 door het Mlilwane NP

Op 2 januari gingen de andere 2 stellen door. Wij bleven nog een extra dag. De dag begonnen we met een korte wandeling door de mooie natuur en vervolgens pakten we de auto. Met de auto konden we namelijk meer van het park zien en dus de prachtige omgeving. Overal was het kleurig groen en kwamen we verschillende dieren tegen. Een paar keer moesten we omdraaien, omdat er grote bomen over de weg lagen waardoor we niet door konden rijden. Uiteindelijk kwamen we aan de top van de heuvels. Hier hadden we een prachtig uitzicht over het hele park en in de verte konden we de camping zien.

Grensovergang Swaziland en Zuid-Afrika

De volgende dag gingen wij ook weer verder terug naar Zuid-Afrika. Hoite had wederom een mooie grensovergang uitgezocht. Eentje die niet vaak gebruikt werd en waardoor je door een prachtige natuur rijdt in plaats van de normale weg te pakken. Langs de weg stond het vol met dennenbomen. De grensovergang was in 10 minuten gedaan. Al deden ze in Swaziland een beetje moeilijk over het Carnet de Passage. Ze wilden deze niet afstempelen. Later tijdens de reis kwamen we erachter wat de reden daarvan was. Zuid-Afrika heeft samen met Lesotho, Swaziland, Botswana en Namibië een vrije grensovergang afspraak.

De auto werd ook streng gecontroleerd op wat we allemaal het land mee uitnamen. Gelukkig was alles in orde en mochten we doorrijden.

03.01.2017 - 15.01.2017

Toyota garage Nelspruit

In Zuid-Afrika was de bestemming Nelspruit. Hier hadden we de grootste kans om een nieuwe waterpomp te kunnen kopen. Daarnaast wilden we naar de Toyota garage, omdat onze remmen enorm piepten. We konden gelukkig snel bij de Toyota garage terecht. We stonden in de buurt op een camping en de dag dat ze met onze auto bezig waren, zette een taxi van de garage ons af bij een winkelcentrum. Achteraf bleek het garage bezoek geen slecht idee te zijn geweest. Onze remmen achter waren namelijk volledig versleten. We hadden nog 10.000 km met deze remmen kunnen rijden voordat we begonnen aan de reis. Maar door het vele off road rijden en het modder avontuur in Mozambique waren de 10.000km wat sneller gereden dan gepland.

Naast de versleten remmen vonden ze nog 2 andere problemen, dus die hebben we ook maar gelijk laten maken. Het waren 3 serieuze problemen, dus we waren blij dat we zo snel bij de Toyota garage terecht hadden gekund. We hebben uiteindelijk 2,5 dag in de garage doorgebracht, maar alles was weer in orde. Omdat we toch in Nelspruit waren hebben we nog even een bezoekje aan de dokter gebracht. Ik had al weken last van een blaasontsteking, die maar niet weg ging, dus dat wilden we toch even laten checken door een dokter.

Nieuwe waterpomp

Gelukkig vonden we ook een nieuwe waterpomp in Nelspruit. Dat was een hele klus, want de waterpomp was nergens te vinden. Uiteindelijk dankzij de hulp van een hele behulpzame Zuid-Afrikaan die ons naar alle mogelijke winkels in Nelspruit bracht vonden we hem bij de laatste winkel. Al met al was het een 3 dagen lang bezoek aan Nelspruit. Nelspruit is geen toeristische plek of mooie stad. Maar voor boodschappen, onderdelen of een bezoek aan een garage kun je het beste in Nelspruit zijn. Ze hebben hier bijna alles.

Sabie

Na Nelspruit reden we door naar Sabie. In de omgeving van Sabie vind je vele watervallen en de Blyde River Canyon. Deze canyon is de 3e grootste canyon van de wereld en daarnaast de groenste canyon van allemaal. De dag dat we aankwamen was het prachtig weer in Sabie. We besloten daarom om een wasdag te houden. Al 4 weken lang had ik niet kunnen wassen en alleen maar kleine handwasjes kunnen doen. Omdat er voor de komende week alleen maar regen was voorspelt was dit de enige dag dat de was zou kunnen drogen. En het was de moeite want ik heb in 1 dag vijf wassen gedraaid.

Tijdens het wassen en drogen kon ik onze website en foto's bijwerken. Het internet was overal ongelooflijk traag, dus vaak was het niet mogelijk om iets online te doen.

’s Nachts begon het enorm hard te regenen en het hield niet meer op. Dus ’s ochtends moesten we in de stromende regen alles inpakken. Het had ook geen zin om te wachten op een droger moment, want het zou de hele dag en rest van de week blijven regenen. Dus we besloten toch verder te gaan. Deze dag zouden we allerlei watervallen langs gaan en naar de Blyde River Canyon gaan. Het was super zonde dat het mooie weer ons in de steek liet. Want alles is veel mooier met een zonnetje erbij.

Bryce River Canyon en de watervallen

De meeste watervallen waren een eindje lopen en vanwege de harde regen konden we daardoor de watervallen niet bezoeken. Door de regen werden de looppaden super glad en je kon de watervallen door de regen en mist niet zien. Een paar watervallen waren vanaf de weg te zien, dus deze konden we vanuit de auto aanschouwen, zoals de Bridal Veil, MacMac en de mooiste van de drie Lisbon. Het hoogtepunt moest de Bryde River Canyon zijn, maar helaas lag deze volledig verscholen in een dik pak mist. We konden daardoor niks van de canyon zien.

Graskop

Voordat we doorreden naar Graskop zijn we eerst naar Pilgrim's Rest gegaan. Dit is een oud mijnen stadje die nog in de oude stijl behouden is. Tegenwoordig is het een museumstadje. In 1873 trok het stadje een gold van goudzoekers aan vanwege de goudmijnen in Macmac zo'n 5km verderop. Het stadje is bijna volledig nog intact, dus veel van de originele gebouwen staan er nog.

In Graskop wilden we een pannenkoek eten bij Harrie’s Pancakes. Dit restaurant is erg bekend bij buitenlandse toeristen maar ook bij de Zuid-Afrikanen. Onze verwachtingen van de pannenkoeken waren daardoor hoog. De pannenkoeken waren lekker, maar zo ongelooflijk dik en zoet, dat we ze niet op konden.

Kruger National Park

Die avond sliepen we op camping The Numbi Hotel in Hazyview. Een klein stadje dichtbij de ingang van het Kruger National Park. Het was een kleine camping achter een prachtig hotel. De camping was helemaal leeg, dus we het complete toiletgebouw helemaal voor ons alleen. We kwamen op de camping aan toen het gelukkig droog was, dus we konden onze matras en beddengoed er weer uithalen om te laten drogen. Helaas kregen we alles niet helemaal droog, dus 's avonds konden we weer een klam bed in. ’s Nachts begon het weer te regenen, dus de volgende ochtend moesten we opnieuw alles in de stromende regen inpakken.

We gingen naar het Kruger National Park. Dit was de eerste keer dat we naar het bekendste Safari Park van Zuid-Afrika gingen, dus we hadden er veel zin in. Door de vele regen van de afgelopen dagen waren de zandroutes in het Kruger NP allemaal gesloten. Omdat het Kruger Park voornamelijk veel struiken heeft en je niet van de gebaande wegen af kon zagen we helaas maar weinig dieren. De dieren konden goed schuilen tegen de regen in al die struiken. We zagen wel veel springbokken, een witte neushoorn in de bosjes en een groepje buffels. En een olifant die boos werd dat we naar hem keken en briesend achter ons aankwam.

Waterpomp en drukvat

Ondertussen ging onze waterpomp weer sputteren. Het probleem was dus niet de waterpomp geweest. Het leek erop dat de pomp het water gewoon niet door het waterfilter gedrukt kreeg. Na wat onderzoek op internet en tips uit Nederland kwamen we tot de conclusie dat we een drukvat nodig hadden. Dit drukvat konden we dan tussen de watertanks en waterpomp zetten, zodat we weer water hadden. Omdat schoon drinkwater toch wel erg belangrijk is, moesten we dus op zoek naar een drukvat. Hoite pleegde wat telefoontjes terwijl we weer op de camping in Hazyview stonden. En na een aantal telefoontjes vond Hoite eindelijk een winkel, die het drukvat voor ons kon bestellen.

Omdat we moesten wachten op een terugbel telefoontje over het drukvat reden we terug naar Bryce River Canyon. We vonden het zonde om de hele dag wachtend door te brengen. Het was droog, dus we hoopten dat we de canyon nu wel konden zien. Helaas was dat niet het geval, want de canyon stond wederom in een dikke laag mist.

Acacia truck SONGWE

Inmiddels hadden we een telefoontje gekregen van de winkel die het drukvat kon leveren in een winkel in Pietersburg. Op dat moment werd Pietersburg onze volgende bestemming. Omdat we nog twee dagen moesten wachten tot het drukvat binnen zou komen in Pietersburg besloten we om nog 2 nachten in Hazyview te blijven. Zo konden we nog een poging in het Kruger NP wagen om meer wilde dieren te spotten.

Toen we terugkwamen van de canyon zagen we dat we op de camping buren hadden gekregen. Het was een overland truck van Acacia. Onze eerste keer in Afrika hadden we met en Acacia truck tour weken door Zuidelijk Afrika gereisd. Dat was 8 jaar eerder. Heel toevallig stond precies die truck naast ons op de camping. Dat konden we zien aan de naam van de truck, Songwe. Hoite ging even bij de truck een kijkje nemen en kwam in gesprek met de chauffeur en gids. En zo werden we uitgenodigd voor hun dansavond later op de avond. Ze hadden een lokale dansgroep gevraagd om die avond wat Afrikaanse dansen te komen tonen. Dat werd een onverwachte gezellige avond.

2e Poging Kruger NP

De volgende dag verlieten we de fijne camping en reden we weer het Kruger Park in. Eindelijk hadden we weer een beetje mooi weer, waardoor we ook veel meer dieren tegenkwamen. We kwamen olifanten, buffels, springbokken en andere antilopen tegen, maar ook een paar nijlpaarden op het land. Als cadeautje konden we van dichtbij een leeuw zien die een buffel aan het opeten was. Dat maakte onze eerste dag helemaal goed.

Via de Phabeni gate in het zuiden van het park waren we park binnen gekomen. Halverwege het park reden we aan het einde van de middag bij de Phalaborwa gate er weer uit na vele uren en kilometers rijden. Ook waren de zandroutes weer open, dus het was een geslaagde dag.

Schone was

Op de camping Phalaborwa in Kruger aangekomen, bleek dat er een wasmachine en droger stonden die gratis gebruikt mochten worden. Door alle regen van de voorgaande dagen stonken onze handdoeken, theedoeken en beddengoed. Alles werd steeds nat en kon niet goed opdrogen. De wasmachine en droger waren een cadeautje. Snel heb ik alles in de wasmachine gedaan en vervolgens in de droger, waarna alles weer heerlijk schoon rook. Wat kan ik daar van genieten, schone was.

Pietersburg

De volgende dag reden we naar Pietersburg. Na een nachtje slapen in Pietersburg konden we eindelijk het drukvat ophalen. We moesten ook grote boodschappen doen, want na Pietersburg zouden we Zuid-Afrika gaan verlaten. De twee dagen in Pietersburg hebben we twee vrije dagen genomen. We zaten goed in de tijd en tot aan Pietersburg hadden we nog geen dag vrij gehad om te lezen, kaarten of rummikubben. Het was dan ook hoog tijd voor een vakantiedagje. Reizen en kamperen is fantastisch, maar het is ook hard werken.

15.01.2017 - 21.01.2017

Grensovergang Zuid-Afrika en Botswana

Op 15 januari stonden we vroeg op om zo genoeg tijd te hebben voor de grensovergang naar Botswana. We wilden eerst nog naar de supermarkt voor verse broodjes en de laatste boodschappen. Bij de grens aangekomen stond er een korte rij van auto's. Zuid-Afrika uit was geen enkel probleem, de problemen begonnen bij de grens van Botswana. In Botswana ging het allemaal een stuk langzamer, ze namen overal de tijd voor. Nadat onze paspoorten en Carnet gestempeld waren moesten we de wegenbelasting voor Bill betalen. Omdat we nog geen Pulas hadden konden we het niet contant betalen, maar ook onze creditkaarten werkten niet. Uiteindelijk mochten we met Zuid-Afrikaanse Rand betalen. De wegenbelasting betaal je voor een jaar dus mochten we nog een keer naar Botswana gaan, dan hebben we dat alvast betaald.

Toen we weer in de auto zaten moesten we nog door een hek bij de douane waar de auto gecontroleerd werd. Er werd gezegd dat we geen fruit en vlees mee mochten nemen. Vlees hadden we wel, maar dat vonden ze gelukkig niet en fruit hadden we niet bij ons. Bij het hek stonden 2 stellen met al hun fruit wat ze ter plaatse aan het opeten en uitdelen waren, want zij mochten het ook niet meenemen. We kwamen in gesprek met Herman en Janet.

Herman en Janet

Een Zuid-Afrikaans stel die een paar weken op reis in Botswana gingen. Zij waren onderweg naar het Khama Rhino Sanctuary park. Daar hadden wij nog niet van gehoord. Zelf hadden we een ander doel voor die dag, maar doelen zijn er om bij te stellen. Dus we besloten met Herman en Janet mee te gaan naar de neushoorns. Daar aangekomen bleek de camping vrij leeg te zijn, dus we konden gaan staan waar we wilden.

Khama Rhino Sanctuary camping

Het Khama Rhino Sanctuary is een natuurproject opgericht in om te helpen bij het redden van de uitstervende neushoorn. Maar ook om de populatie van het wildleven te herstellen en hierdoor toeristen aan te trekken die geld in het laatje zouden brengen voor de lokale bevolking van Botswana. Op de camping kampeerden we zonder hekken om ons heen. De kans dat we neushoorns tegen zouden komen was aanwezig. We hebben de rest van de middag en avond in gezelschap van Herman en Janet doorgebracht met een heerlijke braai.

Er was geen elektriciteit aanwezig op de camping dus het was pikkedonker. Voordat we gingen slapen moesten we naar het toiletgebouw voor het laatste plasje en om tanden te poetsen. Omdat het zo donker was en de neushoorns in de buurt waren liepen Hoite en ik er samen heen. Terwijl we erheen liepen vroegen we ons af of het beter was om met of zonder licht te lopen. Op dat moment doet Hoite zijn hoofdlamp aan en trekt me ineens opzij. Precies op dat moment kronkelde er een slang voor ons voeten weg. Dat was even schrikken. De lamp lieten we dus maar aan ook al wisten we nog steeds niet of we hiermee juist de neushoorns alarmeerde of niet.

Het toiletgebouw was oud, maar ook vooral vies. Overal vlogen en liepen insecten. De douches waren al lange tijd niet schoon gemaakt en doordat het donker was, zag het er allemaal nog onfrisser uit.

Khama Rhino Sanctuary Park

De volgende dag wilden we doorrijden naar de Makgadikghadi Pans, maar niet voordat we eerst door het park reden om te kijken of we wat neushoorns konden spotten. Herman is een fervent vogelliefhebber, dus we stopten eerst bij een vogelstop. Maar veel vogels zagen we niet. Vervolgens reden we door het park en zagen niet 1 neushoorns, wel een paar giraffen, maar daar bleef het dan ook bij. Het ritje was leuk, maar qua wilde dieren niet heel erg bijzonder.

We verlieten het park richting de Makgadigadi Pans. In Botswana lopen veel olifanten gewoon los, dus ook buiten de Nationale Parken. Dus onderweg kwamen we deze regelmatig langs de kant van de weg tegen. Soms moesten we even stoppen omdat er dan net een groepje olifanten overstak. Langs de kant van de weg staan ook borden om automobilisten voor de olifanten te waarschuwen. Wat een andere wereld dan bij ons in Europa. Rond lunchtijd stopten we langs de kant van de weg bij een picknick tafel waar we onze lunch opaten. Toen we er zaten kwam een gezin met paard en wagen voorbij, die ons vriendelijk begroette. Aan het einde van de dag kwamen we aan bij Tiaans Camp in Khumaga. Een mooi verzorgde camping met een gezellig en schoon toiletgebouw.

Riviercrossing

De volgende dag wilden we het Makgadikgadi Pans NP in. Hier zouden veel olifanten en leeuwen zitten, dus dat wilden we graag met eigen ogen zien. Normaal kun je vanaf de camping de rivier naar de entree oversteken, omdat er normaal bijna geen water in staat. Maar door de recente grote regenbuien stond de droge rivier vol water. Dit betekende dat je door het diepe water moest of je moest gebruik maken van de veerpont. De veerpont rit kostte 300 pula (25€) voor een enkele oversteek.

Kopje onder

Hoite en Herman gingen lopend het water in om te kijken hoe diep het was en uiteindelijk besloot Herman om gebruik te maken van de pont. Herman vond het te diep om met hun benzine auto zonder snorkel door het water te rijden. Hoite durfde het wel aan, we hadden niet voor niks een 4x4 en een snorkel. Ik liep alvast vooruit door het water om een filmpje en foto’s te kunnen maken. Ik stond tot bijna aan mijn billen in het water. Het eerste stukje ging goed, maar toen kwam een moment dat er een diepe kuil was en Bill met de neus kopje onderging. Gelukkig ging het daarna weer goed en kwam Hoite aan de overkant.

Het was nog even spannend toen Hoite de deur opendeed of het water naar binnen was gelopen, maar dat was gelukkig niet het geval. Bij Hoite gierde de adrenaline door zijn lijf, want het was best een spannende rivierrossing geweest. We bleven ons verwonderen over wat onze Landcruiser allemaal kon. Herman en Janet kwamen via de pont aan de overkant. De pont voer niet eens, want ze moesten uiteindelijk nog door het water en moesten de pont als brug gebruiken.

Makgadikgadi Pans Nationaal Park

Nu we allemaal aan de overkant stonden konden we naar de ingang van het park. Daar werden we ontvangen door 2 aardige meiden, die ons vertelden dat we de entreeprijs niet konden betalen. De reden hiervoor was omdat de persoon die het geld in ontvangst moest nemen die dag in Maun zat. Gelukkig mochten we wel doorrijden en dan zouden ze wel kijken of ze het geld later bij de camping op zouden komen halen. Helaas hebben we niet zoveel dieren gezien. Door de vele regen die we overal tegen kwamen hoefden de wilde dieren niet op zoek naar water, dus konden ze overal schuilen.

We kwamen wel een groepje nijlpaarden in het water en op de kant tegen. En ook wat verschillende antilopen en apen. Terwijl we aan het picknicken waren aan het water in het gras kwam een olifant dichtbij om wat water te drinken. Maar daar bleef het bij. Daarom besloten we na de lunch weer terug naar de camping te gaan. Opnieuw moesten we de rivier door. Dit keer was het minder spannend, omdat Hoite nu wist waar hij precies moest rijden.

Etentje op Tiaans Camp

Na zo’n spannende dag hadden we wel een lekker etentje verdiend vonden we. Dus ’s avonds aten we een heerlijk 3-gangen menu in het restaurant van de camping. Het was typisch lokaal eten en het was ontzettend lekker, daarnaast was het weer erg gezellig met Herman en Janet. Op een gegeven moment schoven de eigenaar van de camping Tiaan en de manager Max bij ons aan tafel aan en aten mee. Dat vonden we een beetje vreemd, maar dat zal wel gebruikelijk zijn dachten we.

De volgende ochtend was het tijd om weer door te rijden. Omdat het zo gezellig was met Herman en Janet reden we nog een stukje samen. De eerste stop was meteen al in het dorp bij de bakker. Ze hadden hier heerlijk vers warm brood. De keus was makkelijk, want er was maar 1 soort brood wat je kon kopen. Simpel wit brood, maar heerlijk net uit de oven. Ons volgende doel was Gweta. Botswana is bijna net zo vlak als Nederland. Het landschap is dan ook vrij eentonig, omdat alles vlak en groen is. Af en toe rij je een regenbuitje in en of je komt een groepje olifanten tegen, maar dat is dan de enige afwisseling.

Planet Baobab Gweta

We kwamen al vrij vroeg in Gweta aan. Voordat we doorreden naar de camping wilden we in het dorpje even kijken of we daar een tankstation of telefoonwinkel tegen zouden komen. Die kwamen we niet tegen, dus al gauw reden we toch door naar de camping. Ook bij deze camping werden we verrast door de leuke opzet van de camping, Het had een prachtige receptie en een mooie zwembaden bar area. Ook het toiletgebouw was leuk opgezet, het was er alleen erg donker en het zat vol met insecten. De bezoekjes aan de toiletgebouwen in Afrika zijn altijd een avontuur en soms zelfs spannend. Je bent er nooit alleen en terwijl je zit vliegt er van alles om je heen.

We stonden helemaal alleen op de camping, dus we konden gaan staan waar we wilden. Sommige plekken stonden onder water of in een grote modderpoel. Maar er waren ook droge plekken gelukkig. Bij elke campsite was een Afrikaans hutje/afdakje gebouwd met een BBQ en kampvuur mogelijkheid. Dus de braai ging meteen weer aan. Janet had als verrassing ook een heerlijk toetje, dus we hadden weer een enorm gezellig avond. De volgende dag bleven wij op de camping. Wij wilden de route van de komende dagen naar Zimbabwe voorbereiden en ik moest nodig wassen.

Baobab boom

Herman en Janet gingen naar het Nxai Pan om vogels te spotten en Baobab bomen te zien. De Baobab boom is een boom met een enorme stam, die wel 34m omtrek kunnen hebben. De boom kan tot 25m hoog worden. Door de vorm van de boom lijkt het net alsof de boom onderste boven staat. Volgens een legende van het SAN-volk is de boom voor straf door de goden uit de hemel gegooid en op zijn kop terecht gekomen. Daardoor lijkt het alsof de wortels in de lucht steken en de kruin in de grond staat.

Pandamatenga

De dag erop was het tijd om afscheid van Herman en Janet te nemen. Zij zouden naar Maun gaan en wij gingen de andere kant op richting Zimbabwe. Het was erg jammer dat we afscheid moesten nemen, want de afgelopen dagen waren erg gezellig geweest met zijn vieren. Daarnaast voelde het ook wel veilig. Het was zo rustig, dat we overal alleen stonden en zo stonden op zijn minst met zijn vieren.

Het eerste stadje wat we tegenkwamen was Nata. Hier troffen we eindelijk een tankstation met brandstof aan. Gelukkig konden we nu eindelijk tanken. Ook in Zimbabwe zou de brandstof schaars zijn. Ook moesten we pinnen, dus toen we een ATM hadden gevonden gingen we in de rij staan. Het leek alsof het salaris net was gestort bij iedereen. De rij was namelijk enorm lang en we moesten maar liefst 45 minuten wachten tot we aan de beurt waren. Maar er zat gelukkig nog geld in de automaat. Het einddoel van die dag was Pandamatenga, een klein grensplaatsje bij de grens met Zimbabwe.

Panda Rest camp

Onderweg naar Pandamatenga kwamen we weer allerlei olifanten langs de weg tegen. Het is zo bizar en mooi dat die hier gewoon vrij rondlopen. Toen we aankwamen in Pandamatenga reden we direct door naar de camping Panda Rest Camp. Het zag er allemaal op het eerste gezicht heel goed uit, totdat we de camping op kwamen. Het had uiteraard weer geregend, dus alle kampeerplekken waren nat (lees stonden onder water). Het zitje en de BBQ die bij de kampeerplek hoorden waren in niet al te beste staat en ook het toiletgebouw was vergane glorie. Het was oud en smerig. De deuren waren door het vocht uitgezet, dus gingen niet meer dicht. En er vlogen honderden insecten in het rond.

Er waren dus echt wel momenten, dat ik even een moppermomentje had en me afvroeg waarom ik kamperen ook alweer leuk vind. Gelukkig vallen deze momenten in het niet bij alle leuke momenten en belevenissen. In de reviews hadden we gelezen dat ze in het restaurant pizza’s hadden die erg lekker waren. Dus Hoite als groot pizza fan wilde graag in het restaurant eten. Tot onze verbazing hadden ze er ook nog redelijke wifi. Dat was lang geleden, dus we konden eindelijk het thuisfront laten horen, dat we nog steeds veilig en wel in Botswana waren.

Onze kampeerplekken:

21.01.2017 - 23.01.2017

Op naar de grens

In Pandamatenga probeerden we ’s ochtends de WIFI nog een keer om onze website te kunnen updaten, maar helaas werkte de wifi nu niet. Dus we konden op tijd richting de grens vertrekken. De grens met Zimbabwe lag op 6 km afstand van de camping. Omdat deze grens meteen het Hwange National Park inging vroegen we voordat we vertrokken of de weg wel begaanbaar zou zijn. Helaas kregen we te horen dat door de enorme regenval van de voorgaande dagen de wegen zelfs voor 4x4 auto’s erg slecht was. Daarom besloten we op dat moment om verder te rijden naar de grens bij Kasane. We wilden niet het risico lopen om vast te komen staan tussen de wilde dieren.

Zimbabwe

In Zimbabwe was de situatie op dat moment niet zo best. De president Mugabe (90 jaar) had al vele jaren als een rijke koning van al het geld van het land geleefd. Het land zelf en dus ook de mensen hadden niks meer. Hun eigen munt was niks meer waard. Daarom zouden we ook alles in USD moeten betalen. Iedereen die voor de staat werkte, zoals politieagenten en medici kregen al maanden niet meer uitbetaald, omdat er gewoonweg geen geld meer in het land was. Ook waren de meeste tankstations en winkels leeg. Dit had als gevolg dat de bevolking op allerlei manieren aan geld probeerde te komen. Toeristen staan er bekend om dat ze geld meebrengen, dus zij zijn vaak het mikpunt.

Victoria Falls

Toch wilden we naar de Victoria Falls aan de Zimbabwe zijde toe. We waren al 2 keer eerder bij de Victoria Falls geweest, maar beide keren was dat aan de Zambia kant. De Victoria Falls zijn samen met de Niagara Falls in Canada en de Iguazu Falls in Argentinië en Brazilië de grootste ter wereld. De rit naar de grens bij Kasane duurde 45 minuten. Deze grensovergang kruist 4 verschillende landen met elkaar, Botswana, Namibië, Zambia en Zimbabwe.

Grensovergang Botswana en Zimbabwe

Aan de Zambia kant stond een enorm lange file. De vrachtwagens kunnen daar tot een week in de rij staan om de grens over te kunnen. Dit komt omdat je met een klein veerbootje de rivier over moet. Op deze veerboot past maar 1 lange vrachtwagen. Ze zijn wel een brug aan het bouwen over de rivier, maar daar zijn ze al jaren mee bezig. Gelukkig stond er bij de grens naar Zimbabwe helemaal niemand. Bij de grens van Botswana was alles snel geregeld. Bij de grens van Zimbwabwe werden we meteen aangehouden door een paar mannen.

Er werd gezegd dat we onze papieren in moesten leveren en dan één van hen al het papierwerk regelen. Deze mensen worden fixers genoemd en staan bekend om scams. Daarom zeiden we dat we de papieren pas bij de douane zouden overhandigen, dus dat we ze daar wel zouden treffen. Aangekomen bij de douane aangekomen was niemand van hen meer te zien. De douane beambten waren erg vriendelijk en alles ging vrij vlot. Tot ze met ons Carnet de Passage aan de slag gingen.

De man achter de balie kon maar met 1 vinger typen, dus alles ging super langzaam. Uiteindelijk kostte dat dan ook 1 uur tot alles geregeld was. Om Zimbabwe binnen te mogen moesten we 130 USD betalen. Het visum kostte 30 USD per persoon, de autoverzekering was 30 USD, de wegenbelasting kostte 10 USD en de emissie taks kostte ook nog eens 30 USD. Normaal gesproken is dit al veel geld, maar in dit land weet je ook nog eens waar het geld heen gaat, zo zonde.

Victoria Falls Rest Camp

Het was nog 45 minuten rijden naar de Victoria Falls, dus dat was een kort ritje. Vooraf waren we voor Zimbabwe gewaarschuwd voor de roadblocks, maar we kwamen er gelukkig niet één tegen. De camping hadden we vooraf uitgezocht, dus we wisten waar we heen moesten. Bij de receptie betaalden we de camping fee en toen begon het keihard te regenen. De regen veranderde de camping meteen in een modderpoel. Ga dan maar eens een geschikt plekje zoeken. In de modder is geen enkel plekje mooi of fijn.

Gelukkig kwam één van de bewakers ons helpen en liet ons een mooi plaatsje in het gras zien tussen de chalets in. Die waren leeg, dus we stonden er alleen, waardoor we ook het toiletgebouw praktisch voor onszelf hadden. In de regen zette we de tent op en om te kunnen schuilen voor de regen trokken we het luifel uit. Gelukkig klaarde het vrij snel daarna weer op.

Victoria Falls

De volgende dag gingen we naar de Victoria Falls. We hadden er zin in, vooral omdat we gehoord hadden dat de watervallen aan de Zimbabwe zijde mooier waren dan in Zambia. In Zambia was de entreeprijs 10 USD p/p in Zimbabwe moesten we 30 USD p/p betalen. De watervallen waren prachtig. Door de vele regenval van de afgelopen dagen en weken zat er veel water in de watervallen. Het water kletterde naar beneden en kwam daarna in een nevelmist ook weer omhoog. Dit zorgde ervoor dat niet alle uitkijkpunten even goed te zien waren en het zorgde er ook voor dat je kletsnat werd.

Foto’s maken was dan ook erg moeilijk. Op een gegeven moment kwam er zoveel water de kant op dat we een poncho aan moesten trekken. Later in de ochtend ging het ook nog eens hard te regenen. Water hebben we dus wel gezien en veel, heel veel. Aan het einde van de watervallen zagen we de Zambia kant liggen. Dat was wel raar, want de vorige keren stonden we aan de andere kant gestaan en dachten we, hoe zou het aan de overkant zijn.

Victoria Falls dorp

Na de watervallen liepen we nog even het dorpje in. Van alle kanten werden we belaagd door verkopers. Ze wilden allemaal hun oude briefgeld verkopen voor Amerikaanse dollars. Het bijzondere aan hun oude briefgeld is het aantal nullen die achter de bedragen staan. We kwamen ook een tapas restaurantje Lolas Tapas tegen. Dit restaurant was van een Spaans stel uit Barcelona, die 5 jaar eerder hun tapas restaurant hadden geopend. De prijzen op de menukaart hadden niks met de Spaanse prijzen te maken deze waren hier zo hoog. Het was duidelijk dat in Vic Falls de toeristen flink uitgemolken werden. Alles was ontzettend duur.

Omdat het voorlopig niet zou gaan stoppen met regenen, werden de bezienswaardigheden waar wij heen wilden niet bereikbaar of niet te doen. Daarom besloten we om weer terug naar Botswana te gaan de volgende dag. We vonden het erg jammer dat we zo kort in Zimbabwe waren geweest en we hadden nog veel meer van het land willen zien. Maar mede dankzij het weer was dit niet het juiste moment om lang door Zimbabwe te reizen. Misschien een volgende keer weer. We konden in ieder geval de Victoria Falls aan de Zimbabwe zijde afvinken op ons wensenlijstje. Ook hadden we een blik mogen werpen op een heel klein stukje Zimbabwe en dat vonden we al fantastisch. De inwoners van Zimbabwe hadden ons de indruk gegeven, dat ze ontzettend vriendelijk zijn, erg wanhopig vanwege hun uitzichtloze situatie en ze waren heel erg voorzichtig met wat ze zeiden.

Op de helft

Inmiddels zaten we precies op de helft van onze reis door zuidelijk Afrika. Dat betekende dat we nog precies even lang voor ons hadden. Wat ging de tijd snel voorbij. De voorgaande 2 maanden hadden we enorm genoten van alles, zowel de leuke als de minder leuke kanten van het kamperen. Soms kon het echt kramperen genoemd worden. Nu we op de helft zaten hebben we alles nog even laten passeren en waren we tot de conclusie gekomen, dat we tot dat moment:

  • 7 landen hadden bezocht
  • 17 grensovergangen hadden gepasseerd
  • Ca. 6500 kilometer hadden gereden
  • Ca. 1130 liter diesel hadden getankt
  • Beiden hadden we al minimaal 50 keer langs de weg geplast
  • 30 verschillende campings bezocht en geslapen
  • Veel zon hebben gehad, maar ook heel veel regen (bijna elke dag)
  • Minimaal 10 keer een nat bed hadden gehad door de regen
  • Minimaal 10 keer in de regen onze tent in hadden moeten pakken
  • 6 Bussen anti muggen spray hadden verbruikt
  • Ondanks de bussen anti muggen spray toch al ongeveer 350 muggenbulten hadden waarvan Hoite 1 en ik de rest
  • Honderden spinnen, torren, sprinkhanen, en heel veel andere insecten weggejaagd hadden
  • Heel veel olifanten hebben gezien, zo ook veel neushoorns, buffels, antilopen, vogels, insecten en 1 leeuw
  • 2 keer uit eten waren geweest, de rest hadden we braaf gekookt
  • Al heel vaak tegen elkaar hebben gezegd dat we zo'n fantastische auto hadden, omdat ie echt alles kan en ons nog steeds niet in de steek had gelaten. Hoe slecht de weg ook was of wanneer er niet eens een weg was

En zo konden we nog heel veel opnoemen, maar wat onze echte conclusie was, dat we met gemak de volgende 2 maanden vol zouden kunnen houden.

Onze kampeerplek in Zimbabwe:

23.01.2017 - 27.01.2017

Grensovergang Zimbabwe en Botswana

Bij de grensovergang van Zimbabwe verliep alles weer soepel en dit keer ook snel. De douanebeambte herinnerde zich ons nog, het was dan ook nog niet zo lang geleden. Bij de grens van Botswana ging ook alles goed tot ze onze auto kwamen controleren. Voor de douane hing een bord dat je geen vlees, groenten en fruit het land in mocht nemen. Voordat we Zimbabwe ingingen hadden we boodschappen gedaan, omdat er in Zimbabwe niks te krijgen zou zijn. Uiteindelijk waren we een stuk korter in Zimbabwe gebleven waardoor alles nog lang niet op was.

De douanebeambte van Botswana vroeg ons de koelkast open te doen en wees ons meteen op het vlees wat de grens niet over mocht. Ook niet nadat we uitlegde dat het vlees uit Botswana zelf kwam. Heel zachtjes fluisterde hij, dat het niet mocht maar als we iets voor hem hadden dan was het ok. Op zo’n moment sta je echt wel in dubio. Je wilt niet meewerken aan corruptie, maar om nu al dat vlees weg te moeten gooien, was ook zonde. We gaven de douanebeambte in een reflex wat te eten mee en zo mochten we doorrijden. Achteraf voel je je dan altijd weer terug dat je niet gewoon de regels hebt gevolgd.

Simkaart en beltegoed

In Kasane aangekomen wilden we eerst gaan tanken, maar alle diesel was op in het dorp. Dat moesten we dus overslaan en het een paar dagen later opnieuw proberen. Het leerde ons wel dat we regelmatig moesten tanken om zo niet zonder te komen zitten. Na de mislukte tankpoging gingen we naar het winkelcentrum. Eindelijk vonden we daar een telefoonwinkel van Orange waar we een simkaart konden kopen. Voordat alles geregeld was waren we alweer een uur verder. De simkaart kochten we bij de winkel van Orange. Het beltegoed konden we alleen bij de Spar supermarkt kopen en voor het beltegoed omzetten naar data mb moesten we terug naar de Orange winkel.

Thebe River Lodge Kasane

Na de boodschappen konden we op zoek naar en camping. We hadden een lijstje van 3 campings die we wilden checken. Omdat we een paar dagen wilden blijven wilden we wel een fijne camping. De eerste camping waar we heengingen was de Thebe River Lodge. Hier hadden we 8 jaar geleden ook met de overland truck gestaan. Daarna reden we naar de tweede camping. Dat was een super mooie lodge de Chobe Safari Lodge, maar de camping zelf viel erg tegen. Vervolgens was de derde camping aan de beurt. Deze was prachtig met een eigen toiletgebouwtje per campingsite. Maar op deze camping stond verder niemand en er was ook al ruim een maand niemand meer geweest. Uiteindelijk voelde de eerste camping die we gezien hadden het beste aan, dus daar gingen we naar terug.

Op deze camping zijn we 3 nachten gebleven. Niet omdat de camping zo fantastisch was, maar omdat we toe waren aan een paar vrije dagen. De camping lag aan de Chobe rivier, waar ook nijlpaarden in zaten. Deze nijlpaarden hoorde je de hele dag door brommen. Gelukkig zat er een elektrisch hek rondom de camping dus ze konden de camping niet op. Er zaten ook ontzettend veel insecten op deze camping. De toilet en douche sessie was elke dag weer een heel avontuur.

Insecten

Je kwam van alles tegen. Torren, die alle kanten opvlogen, Dung Beatles, die altijd op je hoofd schenen te landen, muggen, die mij altijd wisten te vinden, hele grote spinnen en zo kan ik nog even doorgaan. Het stikte ervan. Gelukkig konden we de badkamer delen en kon Hoite mijn douchehokje altijd eerst insecten vrij maken. Na 3 dagen van Rummicubben, lezen, wassen, relaxen etc. was het weer tijd om te gaan.

Groot deel van Chobe NP onbegaanbaar

We zouden Herman & Janet weer treffen in Linyati een ander deel van het Chobe NP. Het plan was om via Kasane het Chobe NP binnen te rijden en bij een andere uitgang er weer uit te rijden om ze daar te treffen. Maar ’s ochtends belde Herman ons om te vertellen dat het hele Chobe park zowel Savuti als Linyati onbegaanbaar was geworden door alle regen. Mensen die wel het park ingegaan waren hadden 4 uur over 15 km gedaan en veel mensen waren vast komen te staan. Nu is dat niet zo erg, maar Chobe zit vol met wilde dieren met name olifanten. Dus het is erg gevaarlijk om je auto uit te gaan.

Het bovenste gedeelte Chobe Riverfront was wel goed begaanbaar. We besloten dan ook, dat wij die dag het Riverfront zouden doen en dat we Herman en Janet dan later in Namibië zouden treffen. Omdat we die nacht op de Mwandi View campsite wilden slapen moesten we er bij de Ngoma gate uit. In Kasane gingen we bij de Sevuvu gate het Chobe National Park in. Bij de gate verbaasden we ons om een bord van de Europese Unie. Het bleek dat zij het toiletgebouw bij de ingang betaald hadden. Daar gaat dus het ontwikkelingsgeld heen. Terwijl het park van het entreegeld de toiletten zou kunnen bouwen.

Chobe Riverfront

De eerste kilometers in het park zagen we weinig, maar zodra we bij de rivier aankwamen kwamen we allerlei dieren tegen. Daarom bleven we langs de rivier rijden. Op een gegeven moment waren het wel heel veel olifanten. Ze kwamen echt overal vandaan, uit de bosjes, uit het water, voor ons en achter ons. Elke keer was het even schrikken, omdat je dan in 1 keer naast een olifant reed die achter de boom stond te eten of net de weg over wilde steken om zich bij de groep te voegen. Rustig reden we door tot er voor ons een olifant woest onze kant op kwam denderen en niet van de weg af ging. We hadden op dat moment 2 opties. Doorrijden recht op de boze olifant af of zo’n 5 km achteruit terugrijden en van de rivierweg af gaan.

We kozen voor het laatste. De bushweg die parallel langs de rivier ging was zanderig en bedekt onder dichte struiken. We hadden verwacht dat we ook daar veel dieren tegen zouden komen en dat gebeurde ook. Inmiddels hadden we heel veel ontzag voor olifanten gekregen. Ze zien er zo leuk uit, maar ze zijn toch best wel gevaarlijk. Vooral de vrouwtjes met een kleintje in de buurt of een mannetje in Musth. Op een gegeven moment moesten we stil staan omdat er een kudde olifanten overstak. Laten we nu precies stil komen te staan naast een vrouwtje met een heel klein baby’tje onder haar benen. Dat hadden we niet gezien want ze stonden verborgen achter een hoge struik. Op zo'n moment stijgt de temperatuur rap van de adrenaline. Gelukkig bleef de olifant rustig door eten en konden we weer doorrijden.

Buffel kudde

Iets verderop kwamen we een groepje buffels tegen. Buffels zijn over het algemeen niet heel agressief, behalve als ze alleen zijn of zich bedreigd voelen. Voor een groepje buffels zijn we dan ook niet echt bang, maar toen we ietsje verder reden bleek het groepje iets groter te zijn. De groep stak net over vanaf de rivier het bos in. We lieten de eerste voorgaan, maar ze bleven maar komen. Het bleek een groep van honderden buffels te zijn. Als we daarop moesten wachten, dan zouden we nog wel een uurtje staan te wachten. Stapvoets reden we verder midden tussen de grote groep buffels in, in de hoop dat niemand boos zou worden. Gelukkig ging als goed en konden we daarna naar de uitgang doorrijden.

Camping Mwandi View

Nadat we bij de Ngoma gate eruit gereden waren kwamen we 18 km verderop bij de camping Mwandi view aan. De camping was helemaal nieuw en nog geen jaar open, dus alles zag er prachtig uit. Wederom waren we helemaal alleen op de camping, maar inmiddels waren we dat wel gewend. De camping lag aan de Chobe rivier, dus 's avonds gingen we van de zonsondergang genieten aan het water. Net op het moment dat de zon onderging begon het keihard te regenen. Om voor de regen te schuilen bleven we in de bar hangen en praatten met de 2 eigenaren.

Zij hadden zeer interessante verhalen over de wilde dieren. Ze woonden al meer dan 30 jaar in Botswana en hadden jaren als safari gids gewerkt in Chobe NP. Ik werd helemaal opgegeten door muggen, dus ik besloot alvast de tent in te gaan. Hoite bleef nog even zitten. Plotseling werd ik aangevallen door een groot insect en van schrik begin ik te gillen. Zo hard dat ze het in de bar ook hoorden. De mannen kwamen aangerend en vol schaamte moest ik uitleggen dat het 'maar' een insect was.

Grensovergang Botswana en Namibië

Het was dat we met Herman en Janet hadden afgesproken. Anders waren we nog wel een extra dag gebleven op deze mooie camping. We hadden afgesproken in Namibië en we zaten al vlakbij de grens, dus we hoefden niet ver te rijden. Ook dit keer was het een hele rustige en snelle overgang, dus al snel hadden we Botswana verlaten en waren we in Namibië.

Onze kampeerplekken:

27.01.017 - 07.02.2017

Namibië

Terwijl we Namibië binnenreden in het noorden in de Caprivi regio zagen we gelijk de meest armoedige dorpjes. Armoediger dan we tot nu toe ergens hadden gezien. Wat ook opviel was dat het allemaal kleine dorpjes waren, met kleine vaak vervallen rondavels. Maar wat interessant was was dat er nergens afval lag. Dit was bijvoorbeeld in Zuid-Afrika wel anders. Ook zagen we ontzettend veel jonge kinderen. Ze doen hier duidelijk niet aan geboortebeperking. Toevallig reden we er net tijdens het uitgaan van de scholen en daardoor zagen we honderden kinderen langs de grote weg lopen van school terug naar hun dorpje. Langs de weg stonden verkeersborden, die we in Europa nooit tegen komen, zoals: let op Olifanten, wilde honden of koeien. In Europa is het ondenkbaar dat de kinderen zonder begeleiding gewoon langs de weg lopen, terwijl ze allerlei wilde dieren tegen kunnen komen. Maar dit is Afrika hier werkt alles anders.

Picknick langs de weg

We moesten nog lunchen, dus stopten we bij een picknick plaats, waar een groot bord stond dat uit de auto stappen op eigen risico was. Dit i.v.m. de wilde dieren in de omgeving. Heel relaxed sta je dan niet je broodje te smeren of zit je relaxed een plasje te doen. Omdat de wilde dieren best intimiderend zijn stond er altijd eentje van ons op want, terwijl de ander de broodjes smeerde. Terwijl ik de broodjes smeerde hoorde ik in 1 keer iets naast me en toen ik opkeek zag ik iets achter de boom weg schieten. Hoite had het niet gezien, dus we wisten niet wat het was, later bleek het gelukkig maar een wild zwijn te zijn.

Namusasha Lodge

Na drie uur rijden in de Caprivi kwamen we aan bij Namusasha Lodge net voorbij Ngonga. Op deze camping hadden we met Herman & Janet afgesproken. Voordat we bij de ingang van de camping aankwamen moesten we over een lang zandpad rijden. Bij de gate stonden Herman & Janet die net 5 minuten eerder aan waren gekomen. Dat was een leuk weerzien. De lodge was prachtig en stond aan de rivier Kwando, dus op dat moment verwachtten we ook veel van de camping. Bij de camping aangekomen zagen we, dat we een enorm stuk grasveld tot onze beschikking hadden met voor elk een privé toiletgebouwtje.

Het was elke keer weer een heerlijke luxe als we bij de campsite een eigen toiletblok hadden. Voor warm water moesten we wel eerst een vuurtje stoken. Maar dat vind Hoite altijd leuk dus die kon zijn lol op. Van binnen zag het gebouwtje er prima uit met een toilet, wastafel en douch. Het was alleen een beetje donker, waarschijnlijk was dat expres zodat je alle insecten niet zo goed zag vliegen. Toen we later terugkwamen om naar de wc te gaan, dachten we dat iemand ongevraagd van ons toilet gebruik had gemaakt en vergeten was door te trekken. Maar toe we zelf doortrokken zagen we dat het gewoon het water was wat zo bruin was. Het water van de wc, douche en wasbak kwam namelijk rechtstreeks uit de naastliggende rivier.

Nijlpaarden

De campsite lag naast de rivier waarin nijlpaarden in het water lagen. Bij de receptie hadden ze gezegd dat de nijlpaarden vaak aan wal kwamen om lekker van het gras te grazen. Daar moesten we dus wel goed op letten. Een nijlpaard ziet er best schattig uit totdat hij zijn bek opentrekt. In Zuid-Afrika overlijden mensen na malaria en de nijlkrokodil het vaakst door een nijlpaard aanval. Het meeste gevaar loop je als je je tussen een nijlpaard en het water begeeft of als je met een bootje dichtbij een nijlpaard in het water komt. De nijlpaard zal dan in de meeste gevallen het bootje omkopen en je daarna met zijn enorme tanden toetakelen. Het lijken slome dieren, maar aan wal kunnen ze tot wel 30km per uur rennen en ze zijn erg wendbaar.

Muggen invasie

Voor het eten begon het weer te regenen, dus we zette onze tafels en stoelen onder het afdakje van het toiletgebouw neer en aten daar het avondeten op. Na het eten hebben we snel gedoucht en zijn we naar bed gegaan. Niet omdat we moe waren of omdat het niet gezellig was, maar het stikte van de muggen. En ondanks dat ik volledig gekleed was en me ingespoten had met anti-muggen spray werd ik opgevreten door al deze muggen. In een half uurtje had ik al 40 beten alleen bij mijn voeten erbij.

Muggenbeten op zich zijn al erg vervelend want ze jeukten als een malle. Maar we zaten ook in zwaar malaria gebied. We slikten wel malariatabletten, maar die beschermen je niet voor 100%. Dus in de tent zaten we veiliger. ’s Nachts hoorden we de nijlpaarden, maar we konden ze niet zien. We wisten dan ook niet zeker of ze naast ons in het water lagen of naast onze tent stonden te grazen.

Afscheid Herman en Janet

De volgende dag was een dag van heerlijk niks doen. Naast de campingplaats van Herman & Janet stond een mooi huisje aan de rivier met een keukentje. Daar hebben we ons geïnstalleerd en de hele dag gezeten, genietend van het uitzicht, het gezelschap en schuilend voor de regen. Omdat we nu een overkapping hadden hoefden we niet meer half in de regen te eten. Dat was een goede reden om de braai weer aan te zetten. Het was onze laatste avond met Janet en Herman, dat vonden we alle vier wel erg jammer. 's Avonds werden we weer helemaal opgegeten door de muggen en ook de nijlpaarden klonken een stuk dichterbij. Het was pikkedonker, dus we konden niks zien. Het was dus alweer vroeg bedtijd.

De volgende ochtend ontbeten we in de lodge. Het was nu echt tijd om afscheid te nemen van Herman & Janet. Zij gingen terug naar Botswana en waren nu onderweg richting huis en wij gingen verder Namibië in. Nadat we 150 km gereden hadden richting de volgende camping kwam Hoite erachter dat hij bij Namusasha zijn slippers had laten staan bij het instappen van de auto. Erg jammer, want voor een paar slippers reden we geen 150km terug.

Ngepi Camping

Ons volgende doel was de Ngepi Camping aan het einde van de Caprivi regio. We hadden op internet gelezen, dat de eigenaren de camping grappig hadden opgezet. Toen we aankwamen konden we nog net droog inchecken, maar zodra we op de campingsite aankwamen barste de hemel open en kwam het met enorme bakken water uit de lucht vallen. Het effect van de grappen was toen gelijk weg, want alle grappige douches en toiletten waren buiten. Droog plassen ging niet meer. Ook afdrogen na de douche had geen zin omdat je in de stromende regen stond. De douche sloegen we dus maar even over.

Er stonden ook huisjes op de camping iets verderop. Daar hebben we stiekem van de badkamer gebruik gemaakt, want het toilet was echt niet te doen zo hard regende het. Gelukkig was dat huisje die nacht niet verhuurd, dus niemand heeft ons ontdekt. Vanwege de regen lagen we al voor 18u op bed, want er was nergens anders een plekje om te schuilen. De volgende ochtend waren we dan ook een beetje klaar met Ngepi camp en zijn we gegaan. Jammer want waarschijnlijk zag alles er in de zon heel grappig uit. Nu door alle regen was alles nat en beschimmeld.

Popa Falls

Toen we wegreden bij de Ngepi camping zag ik een bord staan naar de Popa Falls. Ik herinnerde me in één keer dat iemand in Swaziland had gezegd dat we in het noorden van Namibië daar heen moesten gaan als we in de buurt waren. Dat werd dus onze volgende stop. De Popa Falls vielen enorm tegen, want het stelde niet zoveel voor. Ik begreep er niks van dus ik heb de watervallen even gegoogeld en toen bleek dat het de Epupa Falls moesten zijn, dichtbij de grens van Angola, oeps.

Rundu

Onze volgende stop was Rundu. Rundu is een wat grotere stad in het noorden van Namibië en grenst aan Angola en het begin van de Okavango rivier. Hier konden we eindelijk weer wat boodschappen doen. Het was een stad met veel drukte en er was een groot verschil tussen arm en rijk. Er liepen ook heel wat schooiende kinderen rond. In Rundu vonden we camping Kaisosi River Lodge. Een mooie groene camping aan de Okavango rivier. Aan de overkant van de rivier zag je Angola liggen. Een deel van het personeel van de camping kwam uit Angola en ging elke dag met een kano van Angola naar Namibië en ’s avonds weer terug.

Elke campsite had een eigen badkamertje. Het badkamertje stelde niet veel voor en was maar klein, maar het was altijd fijn om een douche en toilet voor jezelf te hebben. Het was zo’n heerlijke rustige plek, dat we er uiteindelijk 6 dagen zijn gebleven. Op de camping liepen ook paarden, geiten, pauwen, kalkoenen en fazanten los rond, dus die kwamen gedurende de dag bij onze tent grazen of eten stelen.

Vakantie

De eerste weken hadden we zoveel kilometers gereden en zoveel dingen gezien en gedaan, dat we nog geen vakantie hadden gehad. We waren wel toe aan even niks doen. Sinds we vertrokken waren uit Kaapstad had pas 2 boeken gelezen, die ik ook nog in Kaapstad zelf had gelezen. Ook Rummicub hadden we bijna nog niet gespeeld. ), we hadden bijna nog geen Rummicub gespeeld, dus het was tijd voor wat vrije dagen. De eerste vrije dag hadden we prachtig weer. Een perfecte dag dus om een wasje te draaien en te drogen. En gelukkig maar, want de rest van de week zagen we de zon niet meer terug.

Geen zon betekende ook, dat we onze accu's niet bij konden laden, omdat de zonnepanelen niet werkte. Dus we moesten gaan rijden om niet zonder stroom te komen te zitten. Dus na 4 dagen besloten we om die vrijdag weer verder te gaan rijden. Zo gezegd, niet zo gedaan, want doen we de auto wilde starten gebeurde er niks. We hadden dus niet alleen een lege huishoudaccu, maar ook twee lege startaccu’s. Gelukkig kwam iemand van de camping ons helpen en binnen no time was de auto gestart.

Oplossing elektriciteit

We moesten we nu wel een oplossing zoeken voor het electriciteitsnet probleem, want de weersvoorspellingen bleven geen zon aangeven. Voor de reis naar Afrika hadden we gedacht dat we toch wel veel zon zouden zien. Na de Marokko reis hadden we al voor extra stroom gezorgd door flexibele zonnepanelen aan te schaffen voor in geval van nood. Maar deze nood hadden we na 1 dag stil staan al. Zonder zon konden we dan ook niet langer stil staan. Laten we nu net juist veel regen te krijgen en veel bewolkte dagen. De 4 accu's en zonnepanelen waren duidelijk niet genoeg voor dit weer.

Gelukkig zaten we dicht bij de grotere stad Rundu, waar we terug naar het centrum reden voor nieuwe boodschappen en een accu oplader. Met deze accu oplader konden we op de campings de auto in de stroomkastjes inpluggen. Die nacht sliepen we een extra nacht op de camping in Rundu om de acculader te testen. Toen we 's ochtends wakker werden waren onze accu's weer helemaal vol, dus het werkte. Ipv op vrijdag vertrokken we nu op zondag naar de volgende bestemming.

Mond- en klauwzeer controle

Op zondag vertrokken we uit Rundu richting Grootfontein. Daar wilden we naar Roy’s Camp, deze was ons door andere reizigers aangeraden. Onderweg naar Grootfontein kwamen we een vleescontrole post tegen. Er was op dat moment een uitbraak van mond en klauwzeer in het noorden van Namibië. Dat betekende dat er geen vlees van het noorden naar het zuiden gebracht mocht worden. We hadden die ochtend net boodschappen gedaan en weer een hoop vlees ingeslagen, dus we baalden goed. We moesten de koelkast en diepvries openen en er werd ons verteld dat we het vlees in moesten leveren.

Na een hoop geklets was het ok dat we een kwart afgaven van al het vlees en de rest mochten we dan wel meenemen. Hoe geloofwaardig is zo'n controle dan nog? Wij hadden het vlees in de supermarkt gekocht, dus dat moest wel goed zijn, dus we waren allang blij dat we niet alles kwijt waren. Toen we bij Roy’s camp aankwamen waren we weer alleen op de camping. Dat gebeurde tijdens deze reis nog al eens. Heel veel mensen kwamen we onderweg of op de campings niet tegen. De reden hiervoor was waarschijnlijk omdat het wel zomer was maar ook regenseizoen en daarom laagseizoen. De winter in Afrika is juist het hoogseizoen.

Roys Camp Grootfontein

Roys camp was leuk aangekleed met leuke en grappige details. Er stonden veel oude verroeste auto’s, die als versiering werden gebruikt. Het was een echte bush camp, dus geen gras, wel struiken en zand. Het toiletgebouw was donker en daardoor onaantrekkelijk. Als een toiletgebouw donker is, kun je ook niet zien of iets schoon is. Daarnaast hoorde je altijd de insecten maar in het donker zag je ze niet.

De laatste dagen moesten bij aankomst op een campsite racen tegen tegen de klok. Zodra we aankwamen moesten we snel alles neerzetten, koken en zorgen dat we voor een regenbui alles opgeruimd hadden. Ook dit keer brak er weer een regenbui los met denderend onweer. Het onweer in Afrika is niet te vergelijken met het normale onweer bij ons thuis. Het kan hier zo tekeer gaan, dat je bijna letterlijk in je tent ligt te trillen. De donder is oorverdovend, het laat de hele auto bewegen.

Hoba Meteoriet

In de buurt van Grootfontein ligt een hele grote meteoriet, de Hoba meteoriet. Dit is de grootste en zwaarste meteoriet die ooit op aarde is neergevallen. In 1920 werd deze ontdekt en toen schat op ca. 66 ton. De ouderdom van de steen wordt geschat op zo'n 200 a 400 miljoen jaar. Ze denken dat de meteoriet zo'n 80.000 jaar geleden op aarde is gevallen. Doordat de meteoriet zo vlak is verwacht men dat de atmosfeer de snelheid van de val heeft afgeremd waardoor deze bijna intact neerkwam zonder een grote krater te slaan. De Hoba bestaat uit 82% ijzer, 16% nikkel en verder allerlei andere soorten metaal.

We waren in de buurt, dus we vonden het wel interessant om even te gaan kijken. De bijzonderheid van zo'n grote meteoriet was interessanter dan het kolossale blok ijzer zelf, dus het was leuk om gezien te hebben, maar we zijn niet lang gebleven.

Tsumeb

Na de meteoriet zijn we naar Tsumeb gereden. Bij aankomst in Tsumeb hebben we eerst de auto gewassen, dat was hard nodig. Daarna bezochten we een museum over de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers die hier toen vochten kregen op een gegeven moment wel in de gaten dat ze zouden gaan verliezen. Ze hebben toen al hun wapens, zoals kanonnen en geweren in een diep meer gegooid, zodat de Engelsen er niet mee vandoor konden gaan. De Zuid-Afrikanen hebben na de oorlog langzaam heel wat wapens uit dit meer kunnen halen. Echter liggen sommige kanonnen op 70 meter diepte, dus die zijn lastig eruit te halen. Naast de Eerste Wereldoorlog wordt er ook aandacht besteed aan de geschiedenis van alle stammen die nu nog in Namibië leven.

Zodra we het museum uitliepen begon het weer te regenen, wat snel overging in stortregenen. We haastten ons snel naar de camping om onze tent op te zetten. De camping Kupqueller Resort was prachtig en ook de badkamers waren erg mooi. Zo mooi hadden we ze nog niet eerder gezien. We stonden op een mooi groen grasveld. Wat we alleen nog niet wisten was, dat als er veel water viel, dat het mooie grasveld dan een groot moeras zou worden. Toen we in de avond naar de badkamer renden om te douchen ging het rennen niet zo makkelijk, het leek alsof we aan het schaatsen waren op water.

Omdat het de volgende dag ook volop zou blijven regenen in Tsumeb besloten we door te rijden richting Etosha National Park. Als het mooi weer was geweest waren we zeker langer op deze fijne camping gebleven.

Onze kampeerplekken:

07.02.2017 - 13.02.2017

Etosha National Park

8 Jaar geleden waren we al in het Etosha Nationaal Park geweest met de Acacia Overland truck. Die keer hadden we helaas weinig dieren gezien, dus dit keer hoopten we op meer geluk. En een beetje geluk hadden we. We zagen niet de dieren die we graag wilden zien, zoals cheeta's en luipaarden. Maar we zagen wel dieren, die we tot dan toe nog niet gezien hadden, zoals de gemsbok, het rode hartenbeest, baby gnoes (wildebeast) en flamingo’s. Maar ook zagen we de zeer zeldzame en bedreigde zwarte neushoorn, witte springbokken en als toetje 1 leeuw. Dat noemden we een zeer geslaagde dag.

Bij de entree van het park hing een waarschuwing voor mond & klauwzeer, dus we wisten dat we controle zouden krijgen bij de gate naar buiten toe. Net voor de gate verstopten we het vlees uit de diepvries in de auto verstopt. 1 Stuk gehakt lieten we liggen. Bij de uitgang werden we inderdaad gecheckt en werd ons verteld dat we geen vlees mochten mee nemen. Omdat we maar 1 gehakt in onze diepvries hadden liggen mochten we deze gewoon meenemen.

Campsite El Dorado, Etosha

Na Etosha gingen we naar camping El Dorado net buiten de gate. Dit was een fijne groene campsite bij een boer op het erf met mooie badkamers en een gemeenschappelijke keuken. Al snel na het uitklappen van de tent begon het weer hard te regenen. We hadden onze auto naast de keuken neergezet, dus dit keer konden we schuilen in het keukentje naast onze plek, dus we zaten gelukkig heerlijk droog. Het water moest door vuur warm gestookt worden en dat kwamen ze van de camping meteen aansteken. Terwijl ik 's avonds onder de douche stond viel de stroom uit. Dan is het ook gelijk pikkedonker. Gelukkig kon Hoite me bij schijnen met zijn hoofdlamp.

’s Nachts waren we vooral druk met een muggenjacht. Dachten we de mug gedood te hebben, werden we later weer wakker van een andere mug. We hadden geen idee hoe de muggen binnen wisten te komen, want we hadden eerder nog gene last van muggen in de tent gehad en nu hadden we er in één keer meerdere in de nacht.

Campsite dieren

De volgende dag scheen de zon een beetje, dat was lang geleden. Zoals gezegd was de camping bij een boer op het erf. Overdag liepen er allerlei dieren over de dampsite, zoals honden, geiten, koeien en kalfjes. De boerderij lag net buiten de gate van Etosha en omdat de hekken rondom Etosha niet altijd even waterdicht zijn, ontsnappen er geregeld wilde dieren. Deze wilde dieren vallen het vee van de omliggende boerderijen aan. De boeren proberen vaak om deze ontsnapte wilde dieren terug te brengen naar Etosha. Maar omdat deze ontsnapte dieren er aan gewend raken dat ze buiten de gates makkelijker aan eten kunnen komen, ontsnappen ze steeds weer.

In Etosha zelf moeten ze echt op jacht, terwijl het vee een makkelijke prooi is. Vandaar dat de boer van deze boerderij ze probeert te vangen en ze op zijn land laat wonen, zodat ze niet meer kunnen ontsnappen. Rondom zijn land stonden wel goede hekken. Zijn land was ca. 1000 hectare, dus een stuk kleiner dan Etosha maar groot genoeg voor de dieren om een gevoel van vrijheid te hebben. Inmiddels hadden ze 4 cheeta's, 2 luipaarden, 2 leeuwen, 4 karakals, 1 jackal, 1 genetcat, 2 stekelvarkens en 1 struisvogel naast het normale vee verzameld. De cheeta's, jackal, genetcat en stekelvarkens hebben we gezien. De rest van de dieren hielden zich schuil. 's Avonds konden we genieten van één van de mooiste zonsondergangen.

Kamanjab

Op 09.02 vonden we het weer tijd om door te reizen. Ons volgende doel was camping Oppi Koppi in Kamanjab. Oppi Koppi is heel erg bekend bij overlanders en Kamanjab lag op de route richting Swakupmund. Oppi Koppi is echt een fenomeen bij de overlanders, iedereen wil hierheen vanwege de gezelligheid en de mooie camping. De reis naar Kamanjab was erg mooi met veel zand. Namibië is een heel uitgestrekt land en heeft daardoor ontzettend veel wegen. Slechts 9% van alle wegen in Namibië zijn geasfalteerd en dat is dan voornamelijk in de grotere steden.

Het dorpje Kamanjab is niet echt een bijzonder dorp, maar je hebt er wel alles wat je soms nodig hebt, zoals een supermarkt en tankstation. In heel Namibië was het lastig om verse groente en fruit te vinden en als je het vond dan was het meestal al in slechte staat. Voor de zekerheid hadden wij daarom altijd wat blikgroenten en fruit bij ons, zodat we altijd wel iets hadden. De camping Oppi Koppi was als een oase in de woestijn. Het had mooie campingplaatsen met een eigen huisje met wasbak en zonnedak, tafel en bankjes.

Oppi Koppi

Het kamperen bij Oppi Koppi was gratis. De eigenaren komen uit België/Nederland en zij hebben liever dat de mensen gezellig wat komen eten en drinken in hun bar/restaurant, dan dat ze betalen om te slapen. Toen we net onze auto hadden geïnstalleerd en de tent op hadden gezet kregen we buren. Twee meiden met een Landrover Defender uit Duitsland. Ze kwamen meteen een praatje maken en hadden net als ons de afgelopen tijd vrijwel alleen gereisd. Dus al snel besloten we om met elkaar in het restaurant te gaan eten.

Wat een heerlijkheid was het op deze camping. We mochten gratis kamperen, dus hoede ik niet te koken. Hoite kon zijn favoriete gerecht pizza eten en we hadden nog gezellig gezelschap ook. Het klikte zo goed met Stefanie en Birgit, dat we i.p.v. 1 nacht 4 nachten zijn gebleven. Zij vonden Rummicub ook erg leuk, dus dat was al snel de hoofdtaak van de dag, veel Rummicubben.

Wasservice

Op de camping hadden ze ook een wasservice. Het was alweer een tijdje geleden, dat we hadden kunnen wassen en de handdoeken en wat kleding waren wel aan een wasbeurt toe. Het liefst doe ik altijd onze eigen was zelf ofwel met een machine ofwel op de hand. Maar de Duitse meiden hadden hun was laten doen en deze rook heerlijk toen het terugkwam. Dus ik wilde de gok wagen. De wet van Murphy zorgde ervoor dat tijdens de wasbeurt de wasmachine kapot ging, de wasdame teveel waspoeder gebruikte en de temperatuur op kokend heet zette.

Toen we de was op gingen halen was alles verkleurd, nog deels nat en de was plakte. Ook zaten er een aantal gaten in door de kapotte wasmachine. We hadden dus de was nieuw afgegeven en we kregen het terug alsof het 50 jaar oud was. Dikke pech dus en precies de reden waarom ik dus altijd zelf wil wassen, als er dan iets mis gaat heb je het tenminste nog zelf gedaan.

Onze kampeerplekken:

13.02.2017 - 20.02.2017

Oppi Koppi verlaten

Na 4 nachten moesten we toch echt wel weer verder, want we hadden nog wel genoeg tijd, maar we wilden ook nog heel veel zien en doen. Omdat het zo goed klikte met het Duitse stel besloten we om een 4x4 route samen te gaan rijden via Palmwag en richting Warmquelle en de hotsprings daar. Bij de hotsprings konden we overnachten. De omgeving van Palmwag moest prachtig zijn en er liepen olifanten, leeuwen en allerlei ander wild vrij rond. Op 13 februari pakten we 's ochtends alles in en toen we klaar waren voor vertrek startte onze Landcruiser niet. Daar konden de meiden wel om lachten, want nu moest de Landrover de Landcruiser helpen starten.

Tussen Landcruiser en Landrover eigenaren is er altijd een stille strijd welke auto nu het beste is, dus dit was een minpunt voor de Landcruiser. Gelukkig startte de Landcruiser met hulp van de Landrover wel en konden we vertrekken. Mar niet voordat er een foto werd gemaakt bij de ingang. Bij Oppi Koppi ligt een groot fotoboek met fotos van alle overlanders erin. Iedereen die overnacht bij Oppi Koppi wordt op de foto vastgelegd en met de gegevens erbij in een boek geplakt. Heel erg leuk, want tijdens het reizen ontmoet je veel mensen en die kom je dan in dit boek vaak weer tegen.

Palmwag

Terwijl we door Palmwag reden genoten we van de prachtige omgeving. Palmwag ligt in het noordwesten van Damaraland halverwege Etosha National Park en Swakopmund. Palmwag heeft een oppervlakte van 400.000 hectare en er leven luipaarden, leeuwen, cheeta's, zebra's, giraffes, verschillende antilopen en de grootste populatie zwarte neushoorns. Wat waren we blij, dat we besloten hadden om deze route te volgen, want we hadden dit gebied niet willen missen. De weg was hard zand met veel losse steentjes.

Lekke band

Plotseling reed onze auto anders dan anders. Omdat we in een gebied reden met allemaal wilde dieren om ons heen, durfden we niet echt uit te stappen. Toch moesten we checken wat er aan de hand was. We keken eerst goed om ons heen en toen we niks zagen stapten we snel uit...en ja we hadden een lekke band. De meiden waren ook gestopt en stapten ook uit. In onze band zat een steen vast, die het lek had veroorzaakt. Omdat het gat te groot was om te plakken moesten we het wiel eraf halen om het reserve wiel eronder te zetten. Terwijl Hoite ermee aan de slag ging stonden wij op de uitkijk of er geen wilde dieren aankwamen.

Toen Hoite een wielbout los wilde draaien brak de bout af en niet alleen de eerste, maar ook de tweede brak af. Nu hadden we een probleem, want zonder wielbouten blijven je wielen niet zitten. Na overleg met een garage in Nederland via de satelliettelefoon konden we met 10km per uur doorrijden. De dichtstbijzijnde garage zat in Swakopmund dat lag 450km verderop. Dat werden een paar lange dagen rijden.

Ondertussen was er een politiewagen gestopt. Het was een heel oud klein autootje waar drie lange mannen uitgerold kwamen in slonzige kleding. Ze zagen er niet uit als politie maar ze zeiden dat ze het waren. De politiemannen konden ons niet echt helpen, maar eentje zei dat er verderop een Lodge was die een automonteur in dienst had. Gelukkig hadden we geen wilde dieren gezien en konden we even later veilig weer in de auto stappen.

Werkplaats Palmwag Lodge

Omdat 450km rijden met een snelheid van 10km per uur niet echt een optie was besloten we om te gaan kijken bij de Palmwag Lodge. Daar aangekomen kregen we te horen dat de monteur die dag in Swakopmund was en dat hij de volgende ochtend terug zou zijn. Er zat niets anders op dan bij de Lodge te blijven slapen. De volgende ochtend om 08:00 uur stonden we bij de werkplaats te wachten op de monteur. De monteur heeft zijn best gedaan, er braken nog 2 bouten af, ook van een ander wiel waar we de bouten van wilden lenen. Maar de band werd geplakt en de bouten werden gelast. Nu konden we in ieder geval met 50km per uur naar Swakopmund rijden.

Uis

Nadat de band gemaakt was reden we samen met de meiden richting Swakopmund. We zouden het niet in 1 dag redden, want daarvoor waren het teveel kilometers met deze snelheid. Onderweg genoten we weer van de prachtige omgeving en kwamen we eindelijk wat wilde dieren tegen. Redelijk op tijd kwamen we in Uis aan. Het dorpje stelde niks voor, maar de campsite was mooi met een gezellige kleine bistro erbij en een zwembad. Elke campsite had een eigen toilethuisje. We parkeerden onze auto's naast elkaar en Hoite en ik gebruikte het toiletblok van de buren. Er was toch niemand anders op de camping.

In het zwembad onder het genot van een drankje en wat chips genoten we van de prachtige zonsondergang. De volgende ochtend aten we in de bistro een lekkere pannenkoek. Het was tijd om verder te rijden richting Swakopmund. Eindelijk even naar de bewoonde wereld. Daar waren we wel even aan toe na weken in de woestijn en niet bewoonde wereld te hebben rondgereden. We wilden nog even douchen na het ontbijt, maar het water van de douche was op, dus dat zat er niet meer in.

Schreepswrakken

De gravelroute richting Swakopmund was wederom weer prachtig. De omgeving veranderde van rotsen in zand en van rood naar wit. Dus we keken onze ogen uit. Het werd ook steeds frisser. We vertrokken 's ochtends met 38 graden en de temperatuur zakte langzaam naar 18 graden. Vanaf het moment dat we bij de kust aankwamen ging de gravelweg over in asfalt. De weg was in slechte staat, maar wel geasfalteerd. Doordat er behoorlijk wat wolken hingen was het een somber gezicht. Het was koud, grauw, saai, kapot asfalt en er reden in 1 keer veel meer auto’s.

Langs de kust van Namibië liggen meerdere scheepswrakken. Deze schepen zijn ooit gestrand aan de kust van Namibië. Zo kwamen we op een gegeven moment het schip Zaila tegen. Een Angolees schip welke 8 jaar geleden gestrand is en nog steeds langs de kust ligt. We zijn er even snel een kijkje gaan nemen, maar we werden meteen omsingeld door allerlei mannen die mineralen aan ons wilden verkopen. Dus we zijn maar weer snel gegaan.

Camping Alte Brücke

Uiteindelijk kwamen we in Swakopmund aan. 8 Jaar geleden waren we hier ook, maar ik herkende er niet veel meer van. Er was veel veranderd in de afgelopen jaren. Stefanie en Birgit waren hier een paar weken daarvoor ook al geweest en wisten een mooie camping. Daar gingen we meteen heen om alvast een mooie plaats uit te zoeken. Het was een hele grote camping en het leek net een bungalowpark zelfs de camping plaatsen.

Bij elke campsite had je een stuk grasveld, een terras, bbq, afwasbak en een mooie moderne badkamer. Het leek net een hotelkamer met ons eigen bed, beter kon niet. Ook Birgit en Stefanie moesten met hun auto naar de garage. dus nadat we onze kampeerplek hadden uitgezocht en betaald zijn we elk naar de garage gegaan.

Toyota garage Swakupmund

Bij de Toyota garage konden we gelukkig een afspraak maken voor de volgende ochtend. In Nelspruit hadden we 3 dagen in de garage doorgebracht en daar waren ze allemaal super aardig geweest. In Swakopmund daarentegen waren ze ontzettend onaardig en ongeïnteresseerd. Helaas hadden we geen keus, onze wielen moesten gemaakt worden. Ook hadden we een kleine beurt nodig, omdat we er inmiddels alweer 12.000km op hadden zitten. Aan het einde van de middag kwamen ze ook nog eens met een rekening aanzetten, die veel duurder was dan wat ze beloofd hadden. Dus de Toyota garage in Swakopmund raden we niemand aan.

Barbecue

's Avonds wilden we barbecuen met vis. Dus toen we klaar waren in de garage gingen we de boodschappen voor de barbecue doen. De meiden zouden voor de vis zorgen en wij voor de rest. En het was een groot succes, de vis op de barbecue was verrukkelijk samen met de pompen en salade. En als toetje hadden we marshmallows. Het enige wat de pret een beetje drukte was dat het ontzettend koud was. De lange broeken moesten achter uit de lades gehaald worden samen met de truien, sokken en alles wat we maar konden vinden wat een beetje warmte gaf.

Maar het was een super gezellige avond. Dat hebben we de volgende dag dus gewoon nog een keer gedaan, maar dan met sushi als voorgerecht. Op vrijdag middag zijn we het stadje in gelopen en hebben we heerlijk geluncht in Village Cafe. Omdat het ’s avonds best wel koud was vonden we het wel ene goed idee om ’s avonds heerlijk uit eten te gaan. De dagen vlogen om in Swakopmund. De zaterdag was onze laatste dag samen. Wij zouden verder naar het zuiden gaan en Stefanie en Birgit moesten weer terug naar het noorden. We hebben er een gezellige dag van gemaakt en ’s avonds zijn we weer uit eten gegaan.

Wassen

Op zondag was het helaas tijd om afscheid te nemen en wat vonden we dat jammer. En toen waren we weer met zijn tweetjes, dat voelde even gek na zolang met de meiden gereisd te hebben. Inmiddels hadden we ook weer heel wat was verzameld, dus het was tijd voor een grote wasbeurt. Omdat ik de was niet meer wilde laten doen gingen we op zoek naar een wasserette waar we zelf konden wassen. De meiden bij de wasserette waren ontzettend onvriendelijk en onbeschoft en het duurde een lange 4 uur wachten tot alles gewassen was, omdat zij steeds de wasmachines nodig hadden. Gelukkig scheen aan het einde van de middag wel even het zonnetje, dus we konden alles op de camping laten drogen.

Onze kampeerplekken:

20.02.2017 - 25.02.2017

Onderweg naar Sesriem

De ochtend dat we vertrokken uit Swakopmund scheen het zonnetje heerlijk en was het eindelijk niet meer koud. Het was lekker om weer onderweg te zijn. We gingen richting Sesriem van waaruit we naar de bekende rode duin Dune 45 en Sossusvlei wilden gaan. Het eerste stuk was een geasfalteerde weg richting Walvisbay. Bij Walvisbay gingen we weer de gravelweg op richting Sesriem. Ongeveer een uur van Walvisbay vandaan zagen we in de greppel een overland truck staan. We reden er voorbij denkend dat het wel een erg vreemde plek was om te stoppen. Toen we er voorbij reden zagen we in 1 keer, dat het voorwiel helemaal dubbel lag en dat de truck door zijn as gezakt was.

Truck ongeluk

We zagen geen mensen buiten de truck staan, maar wel in de truck zitten, dus we zijn snel gestopt en teruggereden om te kijken wat er aan de hand was en of ze misschien hulp nodig hadden. De gids van de groep liep aan de andere kant van de truck. Hoite vroeg of hij hulp nodig had en hij zei dat hij moest bellen, maar dat hij geen bereik had. Hoite heeft hem toen aangeboden om met onze sateliettelefoon te bellen. De gids was erg verbaasd dat we dat aanboden en nam het aanbod graag aan. Hij heeft zijn reisorganisatie in Zweden gebeld en die hebben er toen voor gezorgd dat er vervangend vervoer aan zou komen.

We bleven nog een tijdje bij de groep wachten, omdat er heen en weer gebeld moest worden. Terwijl de gids aan de telefoon was zijn wij in de truck bij de mensen gaan kijken. Het waren allemaal bejaarde Zweden. Gelukkig waren ze allemaal zo goed als ongedeerd, maar velen waren een beetje in shock. We hebben ze allemaal water aangeboden uit onze watertanks. Ook hebben we een ijscompres aan een vrouw gegeven die flink met haar wang tegen het raam aan was gekomen. Ze had daardoor een pijnlijke blauwe wang. De mensen waren ons ontzettend dankbaar omdat we ze geholpen hadden. De groep stond zo alleen langs de kant van de weg midden in de woestijn en ze waren zo geschrokken. Wij waren blij dat we iets voor ze hadden kunnen betekenen.

Sossus on Foot

Wij zijn even later weer gaan rijden. Omdat we nog een flink stuk moesten en door dit op onthoud Sesriem niet meer konden halen stopten we 100km voor Solitaire. Daar was camping Sossus on Foot. We hadden in de reviews gelezen dat deze camping van een Japans/Namibiaans stel was. We vroegen ons af of het de Japanse vrouw zou zijn die we 8 jaar eerder als gids in de Sossusvlei hadden ontmoet. En ja ze bleek die gids te zijn. Ze waren 7 jaar eerder gestopt met gidsen in de Sossusvlei en hadden dit stuk grond gekocht om een camping te beginnen in de woestijn.

De omgeving was prachtig, het uitzicht ook, al zouden we er zelf nooit willen wonen. Nadat we alles hadden neergezet en de tent hadden uitgeklapt begon het uiteraard te regenen ook al zaten we midden in de woestijn. Het leek wel of we de regen overal mee naar toe namen. Gelukkig regende het niet hard, dus we konden lekker buiten blijven zitten onder het afdakje.

Solitaire

De volgende dag vertrokken we weer richting Sesriem. Vanaf Sossus on foot was het een uurtje rijden naar Solitaire. Solitaire is een klein dorpje met minder dan inwoners. Jarenlang was Solitaire het enige tankstation tussen Sossusvlei en Windhoek. Naast het benzinestation is er ook een kleine winkel en een restaurant. Solitare is ook bekend om de appeltaart die je bij het restaurant kunt bestellen. Dat hebben we dan ook gedaan en de appeltaart was de moeite waard om voor te stoppen.

Je kunt het plaatsje ook herkennen aan de vele hele oude auto's die her en der staan. Wat ook wel fijn was was dat er bijzonder goed internet bij het restaurant was. Onverwachts konden we een aantal reisupdates uploaden. Dat was alweer erg lang geleden. Uiteindelijk vertrokken we door de goede wifi verbinding pas laat uit Solitaire en via de Tropic of Capricorn kwamen we aan het einde van de middag in Sesriem aan.

Sesriem

Vooraf hadden we een camping uitgezocht in Sesriem. Toen we daar aankwamen werd duidelijk dat de poorten naar de Dune 45 en Sossusvlei pas met zonsopgang open gingen. Er zat niks anders op dan terug te gaan naar camping NWR Sesriem, omdat dat de enige camping was waar de poorten een uur voor zonsopgang open mochten. Van de vorige keer wisten we dat we dat uur echt nodig hadden om op tijd bovenaan Dune 45 te kunnen komen om de zonsopgang te kunnen zien. De NWR camping was een stuk duurder en veel minder mooi, maar de zonsopgang vanaf de duin te kunnen zien vonden we belangrijker. Het waaide zo ontzettend hard waardoor je gezandstraald werd bij de tent besloten we om in het restaurant te eten. Daar hebben we kunnen genieten van rauwe frietjes en hamburgers met zure mayonaise.

Dune 45

De volgende ochtend ging om 04:00 uur de wekker, zodat we snel alles in konden pakken en ontbijten. We hoopten als eerste bij de gate te staan, zodat we als eerste de duin konden bereiken. Onze gids van de truck toentertijd maakten er elke keer een sport van om het haar groep als eerste bij de gate te staan. Deze traditie wilden we graag in ere houden, want het was ons toen ook gelukt. We stonden een half uur te vroeg bij de gate, die om 05.30u open zou gaan. Gelukkig hadden we een kleine voorsprong op alle andere toeristen. De klim naar boven herinnerde ik me nog goed van 8 jaar geleden.

Dune 45 is een sterduin in het Sossuvlei gebied. Het feit dat deze duin op de 45 kilometer van de weg is die de Sesriem poort en Sossuvlei met elkaar verbindt heeft de duin 45 doen heten. Het zand van de duin is meer dan 5 miljoen jaar oud.

Ook dit keer was het een regelrechte hel. De duin ziet er niet hoog uit, maar je loopt door los zand omhoog en je zakt steeds tot ver boven je enkels in het zand weg. Als je dan ook normaal niet veel sport in zo'n klim omhoog best zwaar. Na een hoop gezwoeg kwamen we buiten adem eindelijk aan de top. Het uitzicht is het wel echt waard, deze is magisch.

Na de klim omhoog moet je natuurlijk ook weer naar beneden. En hoe lang je er over duurt om biven te komen, hoe snel je weer beneden bent. Je glijdt als het ware over het zand naar beneden, dat gaat best hard en is super leuk.

Sossusvlei

Na Dune 45 wilden we terug naar de Sossusvlei. De Sossusvlei is heel wat jaren geleden een rivier geweest. Deze rivier is droog komen te staan en de lucht is zodanig droog dat er niks vergaat. De dode bomen die in deze vallei staan blijven er dood staan, maar vergaan niet. De weg ernaar toe ging door de zachte zandduinen, die alleen toegankelijk zijn voor 4x4 auto’s. De mensen met een 2x4 moesten 5 km lopen of de shuttle er naar toe nemen. Onderweg kwamen we twee meiden tegen, die we een lift aanboden op onze treeplank, omdat zij geen 4x4 auto hadden.

Aangekomen bij Sossusvlei konden we twee routes kiezen, via de duin omhoog of beneden blijven. We kozen ervoor om toch weer de duin op te klimmen, omdat we zo een mooi uitzicht over de Sossusvlei zouden hebben. Het omhoog gaan was weer erg zwaar maar bovenaan genoten we inderdaad van het prachtige uitzicht. Om vervolgens weer lekker over het zand naar beneden te glijden.

Duwisib Castle Betta

Na de duinen zijn we terug naar de camping gereden voor een snelle douche om vervolgens door te rijden naar Aus. De route richting Aus was prachtig met veel zand en rotsen, maar ook veel wild als Gemsbokken, Zebra’s en Springbokken. Omdat de rit naar Aus best lang was stopten we halverwege in Betta bij een kasteel. Dit kasteel is in 1903 door een Duitse baron (Von Wolf) gebouwd en hij heeft er 5 jaar gewoond. Bij het kasteel hebben ze een camping gemaakt en hebben we overnacht.

We waren er weer helemaal alleen, daar begonnen we langzaam aan al aan te wennen. Toen we aankwamen was het prachtig weer, maar net nadat we klaar waren met koken sloeg het weer om. Dus we ruimden snel alles op en doken ons bed in. Toen we op bed lagen barstte er een heftige regenbui los. Het slechte weer bleef ons maar achtervolgen zelfs in de woestijn waar het nooit regende.

Aus

Gelukkig was het de volgende ochtend weer droog en konden we de tent weer droog inpakken, dat is toch elke dag weer een uitdaging. We hadden het toiletgebouw voor ons alleen dachten we. Maar zodra we binnenkwamen struikelden we over de duizendpoten en werden we aangevallen door een bende muggen, waarschijnlijk allemaal schuilend voor de enorme regenbui van die nacht.

Via de panoramische route D707 reden we weer verder richting Aus. De prachtige route van de dag ervoor werd voortgezet met veel verschillende landschappen en de vrij rondlopende wilde dieren. We kwamen lekker op tijd in Aus aan, dus we hadden de tijd om even rond te rijden. Het waaide er enorm, dus we zochten een camping waar we een beetje beschut konden staan. Deze vonden we midden in het centrum. Het was zeker niet de mooiste camping, maar we stonden er redelijk beschut tegen de enorme wind. De kinderen in het dorp vonden het maar wat interessant, dus ze stonden al snel bij de poort met zijn allen te giebelen. Waarschijnlijk dachten ze: Wie zijn die vreemde mensen die op het dak van een auto slapen?

Kolmanskop & Luderitz

De reden dat we in Aus sliepen was niet vanwege Aus zelf maar vanwege Kolmanskop en Luderitz. Twee dorpen in de buurt waar we graag heen wilden, maar waar het onmogelijk was om te kamperen. Het waaide in Aus al zo hard en we waren gewaarschuwd voor Luderitz. Daar zouden we letterlijk weg gewaaid worden. Kolmanskop is een oud mijnstadje waar vroeger veel diamanten gevonden werden, de mijn was deels in handen van een Duits bedrijf.

Het stadje is nog redelijk intact, dus bijvoorbeeld de mijn, de woonhuisjes, de bakker, slager en het ziekenhuis staat er nog allemaal. Er woont niemand meer, maar je kunt er dus wel heen om te zien hoe de mijnwerkers er vroeger woonden en leefden. Alle huizen zaten vol met zand wat in de jaren allemaal de huizen in is gewaaid. Maar je krijgt nog steeds een goed idee hoe het was in die tijd. Het was erg interessant om te zien.

Daarna reden we naar Luderitz. Luderitz is de eerste Duitse nederzetting geweest die gesticht werd in de Namibwoestijn. De omgeving waarin beide dorpen liggen bestaat alleen uit zand en stenen. Het was heel bijzonder om te zien. Ondanks dat het prachtig was om te zien, willen maar weinig mensen hier wonen tussen al dat zand en stenen in combinatie met meestal een hele harde wind.

Terug naar Zuid-Afrika

Sinds juni 2016 had Zuid-Afrika een nieuwe visum regel. Bij binnenkomst in Zuid-Afrika kreeg je een 3 maanden toeristenvisum. Daarna moet je eerst terug naar je eigen land voordat je weer in aanmerking komt voor een nieuw 3 maanden visum. Omdat wij via Kaapstad weer terugvlogen naar huis moesten we terug naar Zuid-Afrika. Je kon wel een transitvisa krijgen, maar dan had je maar 7 dagen om van de grens naar de luchthaven te rijden. Omdat we zo van Zuid-Afrika houden wilden we eigenlijk een paar weken eerder al naar Zuid-Afrika om daar nog wat dagen door te brengen.

De afgelopen maanden hadden we gemerkt, dat het bij de kleinere grensovergangen vaak erg rustig was. En daarnaast weten ze er vaak niet zoveel. Daarom wilden we via een kleine grensovergang Zuid-Afrika in proberen te komen in de hoop, dat ze ons weer een 3 maanden visum zouden geven. Als dat niet zou lukken dan moesten we terug naar Namibië en daar nog 3 weken overbruggen. De grensovergang van Mata Mata ging ook direct het Kgalagadi NP in. Dit is een 3 landen park welke grenst aan Namibië, Botswana en Zuid-Afrika.

Quiver Tree Forest Keetmanshoop

We wilden die dag nog helemaal doorrijden naar Keetmanshoop, zodat we de volgende dag konden proberen om Zuid-Afrika binnen te rijden. Vanaf Luderitz was het nog 5,5 uur rijden naar Keetmanshoop. Keetmanshoop was de laatste plaats in Namibië voor de grens van Zuid-Afrika. De grensovergang ging direct het Mata Mata de Kgalagadi Transfrontier Park in. In Keetmanshoop was 1 campsite op de route naar Mata Mata, het Quiver Tree Forest. De camping ligt op het terrein van de Giants Playground (allemaal rotsformaties) en in het Quiver Tree Forest.

Tegen de avond kwamen we aan bij de camping. Deze camping werd beheert door de boeren van de boerderij die erbij hoort. Dit waren niet de meest vriendelijke boeren, maar daar staan de boeren in Namibië ook bekend om. Het was redelijk rustig, dus we konden de auto bij 1 van de toiletgebouwen neerzetten waar een afdakje bij zat. Het begon namelijk uiteraard net weer te regenen toen we de camping op kwamen rijden. Onder het afdakje konden we mooi koken en eten.

Muggeninvasie

Toen de zonsondergang begon hoorden we ineens een hoop muggen. Precies boven onze hoofden zwermden wel honderden muggen. Aan veel muggen waren we al gewend geraakt, maar zoveel hadden we nog niet meegemaakt. Het lawaai van honderden muggen boven ons hoofd werkte ook niet heel erg rustgevend. Daarom ruimde we snel de boel af. Ook wilden we nog even snel douchen om alle muggenspray van ons af te wassen om schoon in bed te kunnen stappen. Helaas kwam er geen water meer uit de douche, dus moesten we alles met doekjes schoonmaken.

Onze tent was de enige veilige plek tegen ongedierte. Heel af en toe glipte er wel eentje mee naar binnen als we zelf naar binnen gingen. Maar normaal gesproken was de tent de enige veilige plek. Niet lang daarna hoorden we opnieuw de zwerm muggen. Het leek net alsof ze weer om ons hoofd heen zoemden. Toen we uit het raam keken zaten er honderden muggen voor het muskietengaas naar binnen te gluren. Allemaal hopend op een gaatje om ook naar binnen te kunnen, dit was zo bizar. Gelukkig had ik standaard oordoppen in de tent liggen, met oordoppen in hoorde ik tenminste het muggengeschreeuw niet meer.

Op naar de grensovergang

We konden niet wachten tot we van deze vreselijke waterloze, geluidsoverlast veroorzakende camping konden verlaten. We hebben er de volgende dag nog wat van gezegd tegen de eigenaresse, maar die vond het niet zo interessant. Het was niet echt haar probleem vond ze.

Op naar Zuid-Afrika, daar hadden we nu nog meer zin in. De weg naar de grens was qua kilometers niet zo lang: Maar we reden over een slechte gravelweg vol gaten en daarom deden we er toch 4 uur over voordat we Mata Mata bereikten.

Onze kampeerplekken:

25.02.2017 - 15.03.2017

Grensovergang Mata Mata

Op 25.02 kwamen we aan bij de grens van Mata Mata. Hier zouden we uit Namibië gestempeld worden. Voordat ze de stempel wilden geven moesten we eerst 2 nachten op een camping in het Kgalagadi Transfrontier Park boeken. Zonder 2 overnachtingen mocht je het park niet in. Het park is eigenlijk een soort niemandsland. In het park was alleen nog plaats op de camping in Twee Rivieren, dat was 2,5 uur rijden vanaf de ingang in Mata Mata. Twee Rivieren is ook gelijk de grensovergang naar Zuid-Afrika en Botswana. We boekten dan ook de 2 nachten op deze camping. Met de reservering van de camping konden we terug naar de douane, zodat ze ons het land uit konden stempelen.

Van Mata Mata naar Twee Rivieren

We wisten we nog niet of we wel Zuid-Afrika in konden komen, maar we waren halverwege en we zouden 2 dagen in het Kgalagadi Transfrontier Park verblijven. Over dit park hadden we veel goede verhalen gehoord onderweg. De kans was groot dat we leeuwen zouden spotten. Onderweg naar de camping in Twee Rivieren hadden we al heel veel geluk met alles wat we zagen. In de 2,5 uur dat het rijden was naar de camping zagen we veel gemsbokken, wildebeesten, springbokken, steenbokken, giraffen en als klap op de vuurpijl lagen er gewoon 5 cheeta's langs de weg. We konden ze zo aanraken wat we natuurlijk niet hebben gedaan.

De cheeta's hadden we al wel eerder gezien, maar niet van zo dichtbij zonder hek er tussen. Het blijft zo bijzonder mooi. We hebben dan ook een tijdje naar ze zitten kijken. Uiteindelijk zijn we doorgereden waarna we ook nog 2 leeuwen tegenkwamen, een mannetje en een vrouwtje. De mannetjes in dit park hebben veel wildere manen, dan bijvoorbeeld de leeuwen in het Krugerpark. Daarnaast zitten er zwarte vlekken in de manen zitten. Hierdoor zijn ze nog indrukwekkender dan ze al waren. Ons bezoek aan dit park was nu al de moeite waard.

Kgalagadi Park

De camping lag aan de grensovergang. Bij de receptie was ook het douane kantoor. Dus toen ik bij de receptie in ging checken, heeft Hoite bij de douane gevraagd of we de douane formaliteiten al konden doen. En dat kon, dus we hebben onze paspoorten gehaald voor de douane controle. Binnen een paar minuten stonden we een beetje verbaasd weer buiten met onze nieuwe visa voor 3 maanden in onze paspoorten. Het was gelukt en zo makkelijk. Daar hadden we ons dan zo’n zorgen om gemaakt. Nog 2 nachtjes slapen en we konden weer lekker naar Zuid-Afrika.

Eerst nog maar even genieten van de Kgalagadi. De camping was top, de faciliteiten ook, dus onze dag was 1 groot feest. De volgende ochtend stonden we vroeg op, omdat ze altijd zeggen, dat je dan de meeste dieren spot. We waren opnieuw de gelukkige spotters van 6 jackals. Die hadden we nog niet in het wild gezien. De rest van de dag zagen we niet veel meer tot we rond de middag terugreden naar de camping. Toen kwamen we alsnog 6 leeuwen tegen, 5 vrouwtjes en 1 mannetje.

Ze hadden de nacht ervoor een gemsbok gevangen en waren die om de beurt aan het oppeuzelen. Ze lagen een beetje ver weg, dus met onze verrekijker en de camera konden we ze volgen. Ook de volgende ochtend zijn we nog gaan rijden, maar toen hebben we niks meer gezien. Dat mocht de pret niet drukken, omdat we natuurlijk al veel wilde dieren hadden gezien.

Upington, Zuid-Afrika

Vanuit het Kgalagadi Park was maar 2,5 uur rijden naar Upington. De weg van de Kgalagadi naar de kust waar we heen wilden was zo lang, dat we ergens moesten stoppen om de reis te breken. Vandaar dat we in Upington stopten. Dat waren weer 2,5 uur minder van de volgende rit. We vonden een camping aan de rivier in het gras, en dat was zo’n verademing na al die weken in de stof, zand, droogte, dat we ook de volgende dag hier zijn gebleven. Even bijkomen, reizen is soms best vermoeiend hoe geweldig het ook is. We konden nu weer een paar potjes Rummicub spelen en braaien.

Het Station, Calitzsdorp

Op 1 maart hadden we een hele lange rit voor de boeg. We wilden naar Swartberg om te overnachten in Prince Albert of Calitzsdorp. Dat hing af van hoe snel de reis zou gaan. De weg was het eerste stuk geasfalteerd, maar al snel ging de weg over in een gravel weg. Omdat het de dagen ervoor flink had geregend zaten er flinke waterputten in de weg. De eerste uren reden we door de duinen en het leek net alsof we richting de zee gingen. Na 7 uur rijden kwamen we bij Prince Albert aan. Het is een klein toeristisch dorpje en lijkt een beetje op Stellenbosch, maar dan in het klein.

We waren nog niet moe, dus we wilden nog wel een stukje doorrijden naar Calitzdorp. Zo hoefden we de dag erna weer 2 uur minder te rijden. De weg ging door het Swartberg gebergte en was een geweldig mooie route. Na de Swartberg kwamen we aan bij de camping in Calitzsdorp Het Station. De camping is een oud treinstation was al sinds 1994 niet meer operatief is, maar nog wel in oude staat is. De nieuwe eigenaresse heeft er een camping van gemaakt. Het stationsgebouw is nu de bar en de bijgebouwen zijn nu de toiletgebouwen en de keuken. De eigenaresse was echt een lieve vrouw en hield de boel bijzonder schoon.

De oude treintrolleys stonden nog op het spoor, dus daar hebben we een stukje mee gereden. uiteindelijk zijn we een dag langer gebleven, zodat we wat rustiger aan konden doen.

Port boerderij De Krans

De dag we doorgingen naar Oudtshoorn ontbeten we heerlijk bij de buren Wijnmakerij De Krans. De Krans is beroemd vanwege zijn prijswinnende portwijnen die ze er produceren. Onze twee Duitse vriendinnen hadden het ons aangeraden, dus Hoite zat tijdens het ontbijt ook gelijk aan de portproeverij. Na het heerlijke ontbijt en de vroege portjes was het tijd om door te rijden. Dit keer reed ik, dat leek ons beter voor een keer.

Oudtshoorn & Plettenberg Bay

In Oudtshoorn wilden we graag terug naar de camping van het begin van onze reis, de camping met de fantastische wasmachines. Inmiddels hadden we weer behoorlijk wat was verzameld. Tijdens het reizen kun je schoon ruikende was zo ontzettend waarderen. Wat zou ik thuis weer van mijn eigen wasmachine gaan genieten.

Op Hoites verjaardag 5 maart gingen we weer verder. We wilden graag terug naar Plettenberg Bay om Hoites verjaardag bij de pizzeria Enrico's te vieren. De camping waar we de keer daarvoor stonden was erg moi, maar toen we er aankwamen bleek het daar heel hard te waaien. We werden bijna letterlijk weggewaaid. De wind kwam van alle kanten, dus zelfs een simpel broodje smeren was een hele uitdaging. Vanwege de wind wilden we nog even kijken of we een andere camping konden vinden waar we meer in de luwte konden staan. Toevallig zat er naast de pizzeria Enrico's ook een camping, deze was ons nooit opgevallen.

De camping lag direct aan zee en grotendeels in de luwte. De faciliteiten waren niet top, maar we konden van hieruit lopend naar het restaurant. 's Avonds aten we een heerlijke pizza aan het water. Dat was een mooie afsluiter van Hoites verjaardag. Voordat we de volgende ochtend weer vertrokken hebben we eerst een strandwandeling over het prachtige strand gemaakt.

Lake Pleasant, Sedgefield

Onderweg stopten we in Knysna om aan het water te picknicken. Aan het einde van de middag kwamen we aan bij Lake Pleasant in Sedgefield. De camping was prachtig met veel groen en aan een mooi meer. Met onze voeten in het zachte gras hebben we de tent uitgeklapt en meteen maar besloten, dat we hier wel een dagje extra zouden blijven. De volgende dag hebben we heerlijk in het gras bij het meer gelegen. Wat een verademing deze groene omgeving na alle camping in het droge of natte zand.

Swellendam

Na Sedgefield moesten we een stuk van de kust af om in Swellendam te komen. Zodra we in de buurt van Swellendam aankwamen, begon het weer enorm hard te waaien. Omdat het hier heel erg droog was, was het ook ontzettend stoffig. Het was duidelijk tijd om de ramen dicht te doen en de airco aan te zetten. Vlak voor de camping moesten we plotseling stoppen, omdat er een vrachtwagentje door de wind was omgewaaid. De camping die we vonden was erg mooi en lag aan een rivier. Door de harde wind en de regen die later viel hebben we er helaas niet echt van kunnen genieten. In plaats daarvan moesten we al vroeg naar bed.

Cape L'Agulhas

De volgende ochtend was het weer mooi weer. De perfecte dag om naar het zuidelijkste puntje van Africa te rijden, L’Agulhas. Het dorpje zelf vonden we verrassend leuk. Er stonden mooie huizen en leuke restaurantjes. Bij het zuidelijkste puntje hebben we natuurlijk wat foto’s gemaakt. We waren hier nog nooit geweest, dus het was toch een soort van mijlpaal. Na de fotosessie zijn we doorgereden naar Hermanus. Hier waren we 8 jaar geleden ook geweest, dus het was erg leuk om weer even terug te zijn. Aan zee hebben we heerlijke broodjes gegeten om vervolgens door te rijden naar Onrus.

Ook hier lag de camping direct aan zee, dus het waaide ook hier erg hard. Wederom lagen we vroeg op bed. ’s Nachts ging het hard tekeer en soms dachten we dat onze tent eraf zou waaien, maar dat is gelukkig niet gebeurd.

Storage

Door alle wind langs de kust besloten we om eerder van de kust weg te gaan en dus eerder richting het Cedergebergte te gaan. We hoopten dat het in het binnenland minder zou waaien. Op vrijdag 10 maart stond eerst een bezoekje aan de storage op de planning in Kaapstad. Dit zou misschien de plek zijn waar we Bill zouden gaan stallen. Het was erg raar om Kaapstad binnen te rijden, wetende dat we niet zouden blijven. Bij de storage was alles snel geregeld, dit werd de plek.

Clanwilliam

Het Cedergebergte staat bekend om zijn vele wandeltrials door de prachtige natuur met rotsen en watervallen. Maar ook om de Rooibos thee die hier vandaan komt. In het Cedergebergte aangekomen zochten we een camping in Clanwilliam. We vonden een mooie groene camping aan een groot meer. We stonden in prachtig groen gras vlakbij het water. Naast ons waren er veel Zuid-Afrikanen met roeiboten, speedboten en rubberboten. Het leek wel een oase ondanks de Zuid-Afrikanen die bekend staan om hun luidruchtige natuur. Er heerste een soort rust op deze camping.

We besloten gelijk dat we hier een paar nachten extra wilden blijven. Op zondag verlieten alle Zuid-Afrikanen weer naar huis en konden wij nog even van deze prachtige camping in alle rust genieten. Op dinsdagochtend moesten we dan toch echt verder. Inmiddels hadden we besloten om een paar dagen eerder naar Kaapstad te gaan. We moesten namelijk nog heel veel schoonmaken en in het weekend waren veel bedrijven dicht. Dus dinsdag zou onze laatste nacht kamperen worden, tenminste voorlopig.

Paarl

Op dinsdag ochtend stonden we vroeg op en voor het eerst zagen we weer wat wolkjes. En op het moment dat we de tent in wilden klappen kwamen er een hoop waterdruppels op ons neer. Daardoor moesten we nog even wachten. Ook omdat onze auto niet meer startte. Zodra het weer droog was konden we de tent met theedoeken droog maken en ondertussen stond onze accu aan de stroom. Toen de tent droog was en de accu weer opgeladen konden we richting Paarl.

Terug naar de camping waar ons Afrika avontuur begonnen was 4 maanden terug. Op deze camping zouden we ook onze laatste campingnacht beleven net als de eerste camping nacht. In Paarl hebben we de tent helemaal schoongemaakt en de laatste wassen gedraaid. De volgende dag wilden we vroeg op, zodat we het beddengoed nog konden wassen en zodat we op tijd bij de storage aan zouden komen. We konden dan alvast de tent, de dakkist en het reservewiel opbergen in onze gehuurde garagebox. Dat scheelde een hoop werk op onze vertrekdag later die week. Maar de volgende ochtend begon het om 06:00 uur keihard te regenen. Het was toch niet te geloven?

Terug naar Kaapstad

We hebben uiteindelijk tot 12:00 uur moeten wachten tot alles weer droog was. Dit keer konden we het niet nat inpakken, omdat we de tent de komende maanden niet meer open zouden kunnen zetten. Om 12:00 uur konden we dus eindelijk naar de storage. Daar hebben we ter plaatse de tent eraf gehaald, de dakkist en het reservewiel en alvast in de box gezet.

Voordat we doorreden naar onze Airbnb reden we eerst langs een autoschoonmaakbedrijf, die onze auto die vrijdag helemaal zou gaan schoonmaken van buiten. Bill zat namelijk helemaal onder het vastgekoekte zand, modder en stond van de afgelopen maanden. Zelf zouden we dat er echt niet meer afkrijgen. Daarom hadden we een afspraak gemaakt voor een grondige schoonmaakbeurt bij de autoschoonheidsspecialiste.

Onze kampeerplekken:

Houtbay

Nadat we de afspraak hadden gemaakt konden we eindelijk naar onze AirBnB in Houtbaai. Wat hadden we daarnaar uitgekeken. Het was een klein beetje als thuiskomen. We konden alle luxe na al die maanden kamperen heel erg waarderen. Voornamelijk genoten we van een echt bed om in te slapen, een waterkoker voor een snelle kop thee, een broodrooster voor een lekkere tosti en een magnetron. De eerste nacht sliepen we heerlijk, maar wel een beetje onwennig. Ik ging er 's nachts wel 3 keer uit voor het toilet gewoon omdat het kon. Elke keer als we wakker werden waren we op zoek naar de rits van de tent.

We kunnen terugkijken op een prachtig avontuur. De komende jaren zullen we nog vaak terugdenken aan deze reis.

https://www.instagram.com/roadtrip2adventure/

https://www.facebook.com/Roadtrip2adventure